De pieptoonfunctie bevestigt de invoer, foutstatus en storingen van de zendontvanger. Wij
raden u echter aan deze functie ingeschakeld te laten om foutieve bediening en storingen
te detecteren.
Als u de pieptoonfunctie wilt uitschakelen:
1 Open de Menumodus en open menunummer 2 (BEEP). Druk vervolgens op [F].
2 Draai de ENC-knop om "OFF" te selecteren en druk vervolgens op [F] om de instelling
op te slaan.
3 Druk op [MENU] of [PTT] om de Menumodus te verlaten.
De zendontvanger genereert de volgende waarschuwingspieptonen, zelfs als de zendontvanger
is uitgeschakeld.
• APO-waarschuwingspieptonen
Opmerking: Het uitvoerniveau van de pieptoon is gekoppeld aan de positie van de volumeknop.
U kunt uw toetsvergrendelingstype kiezen. "KEY" vergrendelt de bedieningstoetsen, "FRQ"
vergrendelt de frequenties zodat u ze niet per ongeluk wijzigt en "KEY.FRQ" vergrendelt
zowel de toetsen als de frequenties.
•
U kunt nog steeds handmatige DTMF en autodial uitvoeren als beide vergrendelingstypes zijn
ingeschakeld.
1 Open de Menumodus en open menunummer 3 (LOCK). Druk vervolgens op [F].
2 Draai de ENC-knop om "KEY", "FRQ" of "KEY.FRQ" te selecteren en druk vervolgens op
[F] om de instelling op te slaan.
3 Druk op [MENU] of [PTT] om de Menumodus te verlaten.
"KEY": u kunt alleen de volgende toetsen en knoppen bedienen.
PWR/VOL-knop
MONI
SQL
"FRQ": u kunt alleen de volgende toetsen bedienen.
PWR/VOL-knop
LOW
SQL
•
U kunt de ENC-knop nog steeds gebruiken in menumodus.
N-46
PIEPTOONFUNCTIE
• Waarschuwingspieptoon time-out-timer
TYPE TOETSVERGRENDELING
LAMP
PTT
T.SEL
ENC-knop
MONI
F
PF
LAMP
PTT
F
MENU
TONE