U kunt de batterij opladen nadat u hem op de zendontvanger hebt aangebracht. (De
batterij wordt vanwege veiligheidsoverwegingen leeg geleverd.)
1 Controleer of de zendontvanger is uitgeschakeld.
•
Zet de zendontvanger uit als u hem oplaadt met een
geplaatste batterij.
2 Steek de netspanningsadapter in de aansluiting op de
achterkant van de batterijlader.
3 Steek de netspanningsadapter in een stopcontact.
4 Schuif een batterijenset of een zendontvanger die is
uitgerust met een batterijenset in de oplaadsleuf.
•
Zorg ervoor dat de metalen contactpunten van de
batterijen stevig in de aansluitingspunten van de oplader
passen.
•
De indicator licht rood op en het opladen begint.
5 Nadat het opladen klaar is, brandt het groen
knipperend. Haal de batterij of de zendontvanger uit
de oplader.
•
Als de oplader gedurende een lange tijd niet gebruikt
gaat worden, trekt u de netspanningsadapter uit het
stopcontact.
Opmerkingen:
u
Wanneer u de zendontvanger tijdens het opladen van de batterij gebruikt, verstoort dit het opladen.
u
Als de bedrijfstijd van een batterij afneemt, ook al is de batterij volledig en op de juiste wijze
opgeladen, is de batterij aan vervanging toe. Vervang de batterij.
u
De omgevingstemperatuur moet tijdens het opladen 5°C tot 40°C zijn.
u
De gegeven oplaadtijden worden bereikt wanneer een batterij die is ontladen naar 3 V/cel x 2 bij
normale temperaturen wordt opgeladen. De oplaadtijd is afhankelijk van de mate van ontlading en de
omgevingstemperatuur.
u
Deze oplader kan door technologische ontwikkelingen geschikt zijn om batterijen op te laden die niet
in deze bedieningshandleiding worden genoemd.
u
Als de contactpunten van de batterij niet goed passen in de aansluitpunten van de oplader, kan het
indicatielampje rood knipperen of onverlicht blijven. Om dit probleem op te lossen, brengt u de batterij
opnieuw aan, nadat u de contactpunten van de batterijen en de aansluitpunten van de oplader hebt
schoongemaakt.
u
Als u het apparaat in de buurt van een radio of televisie gebruikt, kan storing in de ontvangst
optreden.
u
Sluit tijdens het opladen de pc-interfacekabel niet aan op de zendontvanger.
Batterij oPladen
Oplaadsleuf
Indicator
N-3