Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Honeywell Galaxy Flex Plus Beknopte Installatiehandleiding pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling/overdracht
Zone-informatie bekijken
21 ent
Display zones (
). Hier kunt u informatie
over de geselecteerde zone bekijken.
Looptest
1. Selecteer Test alle zns (
om een hoorbare test uit te voeren. U kunt ook een
stille test uitvoeren door op
te drukken.
Het is mogelijk om alleen een looptest uit te voeren
in de geselecteerde zones. Zie de installatiehandleiding
voor meer informatie.
2. Activeer elke zone afzonderlijk.
Opmerking: Als u gedurende 20 minuten geen zones
activeert, wordt de test automatisch
beëindigd.
esc
3. Druk op
om de test te beëindigen.
Resultaten looptest
Selecteer Logboek weergeven (
van de looptest weer te geven.
Uitgangen testen
U kunt uitgangen testen per functie, zoals Sirene of flitser.
32 ent
1. Selecteer Uitgangen (
weergegeven op het bediendeel.
A
B
2. Druk op
of
om de uitgang die u wilt testen
te selecteren, of voer het nummer in.
ent
3. Druk op
om het geselecteerde uitgangsapparaat
te testen.
om de test te beëindigen.
ent
4. Druk op
5. Herhaal stap 2 tot en met 4 om andere uitgangen
te selecteren en te testen.
esc
6. Druk op
om de functie Test Uitgang te verlaten.
Diagnose test (optioneel)
Diagnose test (61 ent)
Controleer de Actuele (1 ent) en de Opgeslagen (2 ent) status.
Volledige tst (62 ent)
Gebruik deze menuoptie om maximaal twee zones tegelijk
te selecteren en te testen onder volledig ingeschakelde
omstandigheden, inclusief de doormelding. Alle andere
zones zijn actief tijdens de test.
U kunt als volgt een volledige test uitvoeren:
1. Selecteer Volledige tst (
A
B
2. Druk op
of
om de gewenste zone voor de test
te selecteren, of voer het bijbehorende nummer in.
ent
Druk vervolgens op
het selecteren van een tweede zone weergegeven.
31 ent 2 ent 2 ent 1 ent
31 ent 2 ent 1 ent 1 ent
22 ent
) om de resultaten
). 01=Sirene wordt
62 ent
).
. Er wordt een optie voor
3. Voer een van de volgende stappen uit:
 Als u één zone wilt testen, drukt u op
Het systeem start de volledige inschakelprocedure
en u hoeft verder niets te doen.
 Als u een tweede zone wilt toevoegen aan de test,
drukt u op
om de test te starten.
De test beëindigen:
)
 Schakel het systeem uit.
Codes programmeren
Wijzig codes (42 ent)
Kies Gebr. codes (
die u wilt wijzigen, gevolgd door:
Wijzig Code (ent 1 ent) – Hiermee kunt u pincodes van
gebruikers wijzigen.
Wijzig Nivo (ent 2 ent) – Hiermee kunt u instellen tot welke
opties een gebruiker toegang heeft.
Wijzig Naam (ent 3 ent) – Hiermee kunt u de naam van
de gebruiker wijzigen.
Wijzig Blok (ent 5 ent) – Instellen tot welke blokken
de gebruiker toegang heeft
Kaart Nummer (ent 6 ent) – Hiermee kunt het unieke
kaartnummer invoeren.
Kaart funktie (ent 7 ent) – Hiermee kunt u een specifieke
menuoptie toewijzen aan een kaart/fob/tag/knop.
Keyfob inleren (ent 10 ent 1 ent) – Hiermee kunt u een
keyfob aan een gebruiker koppelen.
Schakel desgewenst de functie voor paniekalarm in.
Kaartgebruikers
U kunt meerdere kaartgebruikers tegelijk toevoegen (2 ent).
Eindgebruiker informeren
Laat de eindgebruiker zien hoe deze het systeem kan
in- en uitschakelen. Verwijs hierbij naar de Beknopte
gebruikershandleiding.
7
A
(Ja). Volg vervolgens de aanwijzingen
1 ent
) en selecteer de gebruikercode
B
(Nee).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave