Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanvullende Services - Honeywell Galaxy Flex Plus Beknopte Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Uitgangen programmeren (53 ent Nr. ent)
Uitgangsfunctie (1 ent) – Hiermee kunt u het type uitgang
instellen.
Omschrijving (5 ent) – Hiermee kunt u zones een naam
geven (max. 12 tekens).
Uitg.status (2 ent) – Hiermee krijgt u toegang tot de
volgende opties:
Vasthoudend (1 ent) – Hiermee kunt u instellen dat een
uitgang actief is totdat er een geldige code wordt
ingevoerd.
Meegaand (2 ent) – Hiermee kunt u instellen dat de
uitgang de activiteit van een triggergebeurtenis volgt.
Puls (3 ent) – Hiermee kunt u instellen dat de uitgang
actief blijft gedurende geprogrammeerde pulstijd.
Uitgangsblokken (7 ent) – Hiermee kunt u blokken toewijzen
aan de uitgang.
Bediening via TouchCenter (6 ent 1 ent) – Hiermee kunt
u instellen welke uitgangen kunnen worden bediend via het
TouchCenter.
Uitgangspolariteit (3 ent) – Hiermee kunt u de polariteit
omkeren (standaard is positief, schakelt van +12 V naar
0 V bij activeren).
Communicatie (56 ent)
De methodologie achter communicatieprogrammering
kan worden gedefinieerd als:
 een verzameling berichten (Doormelding) dat moet
worden verstuurd.
 de lijst van bestemmingen (Ontvangers) voor
de berichten.
De PAC-doormelding (56 ent 1 ent 2 ent 1 ent) definieert
een lijst van berichten (triggers) die moeten worden verstuurd
naar een extern bewakingsstation.
Verscheidene ontvangers worden gedefinieerd in een
bepaalde volgorde (56 ent 1 ent 2 ent 1 ent 3) om
back-upalternatieven te bieden als de eerste ontvanger
of het eerste pad niet beschikbaar is.
Er kunnen maximaal 9 combinaties van ontvanger en pad
worden geconfigureerd.
Elke ontvanger (56 ent 1 ent 1 ent) kan een verschillend pad
hebben (PSTN, GPRS, Ethernet etc.) en/of een verschillende
bestemming (telefoonnummer of IP-adres).
Een specifieke configuratie voor elk type communicatiemodule
kan worden opgegeven in Moduleconfiguratie (56 ent 3 ent).
Klokken (65 ent)
Weekschema (1 ent) – Hiermee kunt u schema's toewijzen
aan verplichte functies.
Autoset (blokken) (3 ent) – Hiermee kunt u een schema
selecteren voor elk blok.
Klok uitgangen (2 ent) – Hiermee kunt u klokken inschakelen
en weekschema's toewijzen.
Gebruikers en toegangssjablonen
Aan elke gebruiker kan een toegangsjabloon worden
toegewezen. Een toegangsjabloon is een lijst met blokken
en schema's waarmee met slechts één programmeerstap
toegang kan worden geboden tot meerdere zones op
meerdere tijden. Hiermee worden de programmeertijd
en de complexiteit teruggedrongen.
De toegangssjabloon voor elke gebruiker kunt u kiezen
in het optiemenu Sjabloon (
de gebruiker.
42 ent 1 ent 9 ent
) voor
Toegangssjablonen kunnen worden geprogrammeerd
in het menu Toegangssjablonen (
volledig worden aangepast. In elke toegangsjabloon
moet een tijdschema worden toegewezen aan elk blok.
Als er geen schema is toegewezen aan een bepaald blok
(standaard) in de lijst, hebben gebruikers volledige toegang
via alle deuren die naar dat blok leiden. Als er wel een
schema is toegewezen, hebben gebruikers toegang op
basis van de tijden in het desbetreffende schema.

Aanvullende services

Verbinding maken met een computer
voor remote service
Als u verbinding wilt maken met een remote
servicecentrum, gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer de optie Externe toegang (
2. Selecteer de optie Service (
3. Selecteer het moduletype
4. Selecteer een vooraf geprogrammeerd terugbelnummer
of voer het telefoonnummer in van het remote
servicecentrum.
ent
5. Druk op
.
Het paneel belt in bij het remote servicecentrum.
6
45 ent 6 ent
) en kunnen
47 ent
).
1 ent 0 ent 1 ent
).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave