Communicatieproblemen tussen de computer en de printer
Dit kan onder andere de volgende symptomen hebben:
De melding Bezig met afdrukken verschijnt niet op het frontpaneel wanneer u een afbeelding naar de
●
printer hebt verzonden.
Op de computer verschijnt een foutmelding wanneer u probeert af te drukken.
●
De computer of printer loopt vast (blijft inactief) terwijl communicatie plaatsvindt.
●
De afgedrukte uitvoer bevat willekeurige of onverklaarbare fouten (onjuist geplaatste lijnen, gedeeltelijk
●
afgedrukte tekeningen, enzovoort)
Zo lost u communicatieproblemen op:
Controleer of de juiste printer is geselecteerd in de software, zie
●
Controleer of de printer correct werkt wanneer u afdrukt vanuit andere toepassingen.
●
Het ontvangen, verwerken en afdrukken van heel grote bestanden kan lang duren.
●
Als de printer is verbonden met een netwerk, controleer dna de verbindingsstatus: de printer dient een IP-
●
adres te hebben en dit dient overeen te komen met het IP-adres dat is opgegeven op de computer waarvan
wordt afgedrukt. Als de adressen niet overeenkomen, configureer ze dan op de juiste manier; controleer uw
netwerkconfiguratie als het probleem zich blijft voordoen.
Probeer het probleem op te lossen door een andere interfacekabel te gebruiken.
●
Als de printer is verbonden met een draadloos netwerk, kunt u een diagnoserapport aanvragen vanaf het
●
voorpaneel: veeg omlaag in het dashboard en raak
ook proberen de printer dichter bij de draadloze router te zetten of te verbinden met een netwerk.
Wanneer een netwerkapparaat zichzelf automatisch configureert door een IP-adres te ontvangen van de DHCP-
service, dan kan dit IP-adres anders zijn dan de vorige keer dat het apparaat wordt uitgeschakeld, of de volgende
keer dat het wordt ingeschakeld. Dit kan ertoe leiden dat het apparaat wordt getoond als "offline" wanneer de
poortinstellingen van de driver zijn geconfigureerd met het oorspronkelijke IP-adres. Dit kan op ten minste drie
manieren worden voorkomen:
Verleng de leasetijd van uw DHCP-server.
●
Stel een vast IP-adres in voor uw printer zodat dit niet wordt gewijzigd door DHCP.
●
Configureer de printer en de driver zo dat verwezen wordt naar de hostnaam in plaats van naar het
●
numerieke IP-adres.
Een vast IP-adres voor de printer instellen:
1.
Ga naar het voorpaneel, veeg omlaag in het dashboard en raak
2.
Onder aan het scherm raakt u Instellingen > Geavanceerde configuratie > IP-instellingen aan en voert u het
IP-adres, subnetmasker en de gateway in (deze instellingen moeten worden geleverd door uw
netwerkbeheerder).
De hostnaam gebruiken in plaats van het numerieke IP-adres:
1.
Ga naar het voorpaneel, veeg omlaag in het dashboard en noteer het IP-adres en de hostnaam (in de
indeling HPXXXXXX).
2.
Als uw computer Windows draait, gaat u naar Configuratiescherm > Printers, klikt u met de
rechtermuisknop op Eigenschappen > Poorten > Poort configureren en voert u in het veld Printernaam of
IP-adres de hostnaam in.
NLWW
Afdrukken op pagina
aan, raak vervolgens Details afdrukken aan. U kunt
of
Communicatieproblemen tussen de computer en de printer 179
42.
aan.