Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werken Met Profielen - Canon Laser Shot LBP5200 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Werken met profielen
Met behulp van profielen kunt alle eigenschappen die u hebt opgegeven op de
tabbladen [Pagina-indeling], [Afwerking], [Papierbron] en [Kwaliteit] in één keer
opslaan of importeren. U kunt ook profielen toevoegen en bewerken en een keuze
maken tussen verschillende profielen.
Ga als volgt te werk als u afdrukvoorkeuren wilt opslaan als een "profiel".
Zorg er, voordat u een profiel opslaat, eerst voor dat het tabblad [Pagina-indeling],
[Afwerking], [Papierbron] of [Kwaliteit] wordt weergegeven.
OPMERKING
Als u Windows 98/Me gebruikt, kunt u maximaal 50 profielen aanmaken. Als echter
[Gebruikers kunnen hun voorkeuren en bureaubladinstellingen aanpassen. Windows
schakelt over naar uw persoonlijke instellingen wanneer u zich aanmeldt.] is
geselecteerd in het tabblad [Gebruikersprofielen] van de Windows
wachtwoordinsellingen (dubbelklik op [Deze Computer] ➞ [Configuratiescherm] ➞
[Beveiliging] of [Wachtwoorden]), kunt u tot 50 profielen aanmaken voor iedere gebruiker.
Als u Windows 2000/XP/Server 2003 gebruikt, kunnen er maximaal 50 profielen worden
aangemaakt voor elke gebruikersaccount.
Als u de naam van printer wijzigt, worden opgeslagen profielen onleesbaar. Als u de
naam van de printer herstelt in de oorspronkelijke waarde, kunt u de profielen weer
lezen.
Bestanden met profielinformatie die zijn opgeslagen in Windows 98/Me kunnen niet
worden gebruikt in Windows 2000/XP/Server 2003 en omgekeerd kan dat ook niet.
Wanneer u een profiel selecteert, verandert daardoor niet de instelling [Paginaformaat].
Werken met de afdrukfuncties
4
4-65

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave