VW1
Afb. 8
Binnenunit met geïntegreerd elektrisch verwarmingselement en cv-installatie
[Z1]
Verwarmingssysteem (zonder mengventiel)
[1]
Warmtepomp, buitenunit
[2]
Handmatig ontluchtingsventiel
[PC0]
CV-pomp
[VC2]
Aftapkraan
[VC3]
Ventielen naar cv-installatie
[VL1]
Automatische ontluchter
[GC1]
Manometer
[SC1]
Vuilfilter
[VW1]
3-weg mengklep
[VW2]
Vulventiel
Zie afb. 8:
1. Waarborg, dat de voedingsspanning van de warmtepomp en de bin-
nenunit niet is aangesloten, voordat het systeem volledig is gevuld en
ontlucht.
2. Activeer de automatische ontluchting van VL1, door de schroef een
paar slagen los te draaien, zonder deze volledig te verwijderen.
3. Slang met de aftapkraan VC2 van de cv-installatie verbinden.
4. Ventiel VC3, aftapkraan VC2 en vulventiel VW2 openen, om de cv-in-
stallatie te vullen.
5. Handmatig ontluchtingsventiel boven op de elektrische verwarming
openen, tot water zonder lucht uitstroomt. Ventiel daarna sluiten.
6. Ga door met water vullen, tot alleen nog water uit de slang van de af-
voer komt en er geen luchtbellen meer uit de cv-installatie komen.
Eventueel moeten extra maatregelen worden genomen, om de cv-in-
stallatie te ontluchten.
7. Aftapkraan VC2 sluiten.
8. Verder vullen, tot de drukweergave GC1 2 bar aangeeft.
9. Wanneer een boiler aanwezig is, moet deze ook worden gevuld en
ontlucht.
10.Vulventiel VW2 sluiten.
11.Slang van VC2 verwijderen.
12. hoofdstuk 6.1.
EnviLine A/W Split E • 6720892202 (2020/06)
5.6.3
CV-pomp (PC0)
De cv-pomp PC0 (in IDU Split E geïntegreerd) beschikt over een PWM-re-
geling (toerentalgestuurd). De pompinstellingen worden op de bedie-
ningsunit van de binnenunit overeenkomstig de betreffende cv-
installatie uitgevoerd ( handleiding bedieningsunit).
De pompsnelheid wordt automatisch ingesteld, zodat een optimaal be-
drijf wordt gerealiseerd.
5.6.4
Cv-pomp (PC1)
Afhankelijk van de hydraulische configuratie van de cv-installatie is een
pomp nodig, die volgens de eisen aan debiet en het drukverlies wordt ge-
kozen.
Pomp PC1 moet altijd op de installatiemodule van de binnenunit con-
form het elektrisch schema worden aangesloten.
Maximale last aan de relaisuitgang van de pomp PC1: 2 A, cos > 0,4.
Bij een hogere belasting moet een tussenrelais worden gemonteerd.
Installatie | 5
11