Samenvatting van Inhoud voor Nefit SmartLine HR 11
Pagina 1
Voor de gebruiker Gebruikersinstructie Hoog Rendement Gaswandketel Nefit SmartLine HR(C)
Pagina 2
Beste klant, De Nefit SmartLine toestellen zijn geconstrueerd en geproduceerd volgens de laatste technische inzichten en veiligheidsvoorschriften. Hierbij is vooral aandacht aan de gebruiksvriendelijkheid besteed. Voor een optimaal veilig, economisch en milieuvriendelijk gebruik van het cv-toestel raden wij u aan de...
Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG! Bij gaslucht: 1. Geen open vuur! Niet roken! 2. Vermijd vonken! Gebruik geen elektrische schakelaars, geen telefoon of deurbel! Beroer de netstekker niet! 3. Sluit de gashoofdkraan! 4. Zet ramen en deuren open! 5. Waarschuw de medehuisbewoners en verlaat het gebouw! 6.
Pagina 4
Een verklaring van overeenstemming volgens de EG-richtlijn is achterin dit document opgenomen. Gaskeurlabels (zie afb. 1, 2, 3 en tabel 1) De Hoog Rendement Gaswandketels Nefit SmartLine HR(C) dragen een Gaskeurlabel. Dit is een onafhankelijk prestatie- label dat door de keuringsinstantie Gastec N.V. wordt toege-...
Pagina 5
HRww =Hoog Rendement Warm Water De Nefit SmartLine HRC CW3/CW4 (uitgebreid) en combi- naties van de Nefit SmartLine HR met een indirect gestookte cv-boiler van Nefit beschikken over het HRww-label. Het HRww-label geeft aan dat het toestel op een zuinige en efficiënte wijze warm water produceert, dus zonder verspilling...
Pagina 6
De Nefit SmartLine HR(C) en combinaties van de Nefit SmartLine HR met een indirect gestookte cv-boiler van Nefit dragen een CW-label. Dit is een prestatielabel dat aangeeft dat het cv-toestel bij de bereiding van warm water voldoet aan bepaalde toepassingsklassen voor Comfort Warm Water.
Pagina 7
Bij een zonne-energiesysteem zorgt de zon deels voor opwarmen van het water. Wanneer de zon niet (fel) genoeg schijnt, dient het sanitaire water naverwarmd te worden. Het Nefit SmartLine HRC 24/CW4-toestel voldoet aan de specifieke eisen voor die functie en is dus voor- zien van het NZ-label. Dit betekent: geschikt voor "Naverwarming Zonneboiler".
Pagina 8
Richtlijnen Indien de Nefit SmartLine HRC 24/CW4 is voorzien van een thermostatisch mengventiel vóór het toestel, mag deze niet lager dan 60 °C worden ingesteld. Indien de Nefit SmartLine HRC 24/CW4 wordt gebruikt als naverwarmer voor een zonneboilersysteem, is het niet meer geschikt voor circulatiesystemen. Tijdens de zomerperiode mag de naverwarmer niet worden uitgeschakeld.
Pagina 9
Richtlijnen Nefit SmartLine Praktijk- Gaskeur waarden CW 2003 waarden Taphoeveel- Taphoeveel- CW tap- Badvulling Effectieve Tapwater- heid bij 60 °C heid bij 40 °C debiet toestel- zijdig druk- (∆T = 50 K) (∆T = 30 K) wachttijd verschil [l/min] [l/min]...
Pagina 10
Opstellingsruimte/stookruimte Opstellingsruimte/stookruimte VOORZICHTIG! De toe- en afvoeropeningen mogen niet kleiner gemaakt worden of afgesloten worden. VOORZICHTIG! Ontvlambare materialen of vloeistoffen mogen niet in de buurt van het cv-toestel worden opge- slagen of gebruikt. AANWIJZING! Om schade aan het cv-toestel te voorkomen, dient verontreiniging van de verbrandingslucht door halogeenkoolwaterstoffen (bijv.
Wij raden u aan een onderhoudscontract met een erkend installateur of service- bedrijf af te sluiten. Voor de garantiebepalingen wordt verwezen naar de meegeleverde garantiekaart. Belangrijk voor eventuele aanspraak op garantie is dat de garantiekaart onmiddellijk na plaatsing van het toestel wordt ingevuld en teruggezonden naar Nefit B.V..
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Inleiding in werking en bediening De installateur moet de gebruiker uitgebreid informeren over de werking en de bediening van de verwarmingsinstallatie en hem de technische gegevens ter beschikking stellen. 6.1.1 Waterdruk controleren Steek de stekker van het cv-toestel in de wandcontactdoos. Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel door op het symbool aan de bovenzijde van het klepje te drukken (afb.
Inbedrijfstelling Bijvullen en ontluchten van de cv-installatie De Nefit SmartLine toestellen zijn uitgevoerd met een automa- tische ontluchter die dient voor ontluchting van het toestel. LET OP! Het cv-toestel komt pas in bedrijf, als de installatiedruk P I I meer dan 0,5 bar is.
Pagina 14
Inbedrijfstelling Serviceknop aantal keren indrukken tot de drukweergave (bijv.: P1.1 - zie afb. 5, pos. 4) wordt weergegeven. Sluit een slang aan op de watertapkraan en laat deze vol lo- pen met water, zodanig dat er geen lucht meer in de slang zit. Sluit de slang aan op de vulkraan van het cv-toestel (afb.
Pagina 15
Inbedrijfstelling Wanneer het cv-toestel ongeveer een week in bedrijf is geweest en het display een druk lager dan 1,0 bar weergeeft moet de installatie bijgevuld worden. Het dalen van de druk in een cv-installatie wordt veroorzaakt door het ontsnappen van luchtbellen via koppelingen en (automatische) ontluchters.
Pagina 16
Inbedrijfstelling Ingebruikname Steek de stekker van het cv-toestel in de wandcontactdoos. Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel door op het symbool aan de bovenzijde van het klepje te drukken (afb. 4). 8 8 8 Zet de aan-/uitschakelaar (afb. 8, pos. 1) in stand "1". Controleer de waterdruk (zie hoofdstuk 6.2).
Pagina 17
Inbedrijfstelling Open de gaskraan door de knop van de gaskraan zodanig te verdraaien dat deze evenwijdig staat ten opzichte van de gasleiding (afb. 8, pos. 3) Stel de kamertemperatuur met behulp van de kamerther- mostaat op hoogste waarde in. Na ca. 30 sec. ontsteekt de brander. Indien dit niet het geval is raadpleeg dan het hoofdstuk 6.5 "Bedrijfs- en storingsmel- dingen"...
Pagina 18
Inbedrijfstelling Regeling Installatie Cv-watertemperatuur ModuLine of aan-/uitregeling Vloerverwarming 40 °C Radiatoren 75 °C - 90 °C Convectoren 90 °C Tabel 1 Cv-watertemperatuur alleen voor combi Tapwatertemperatuur Gering comfort, gering warmteverlies Matig comfort, matig warmteverlies 40 °C Optimaal comfort, normaal warmteverlies 60 °C Tabel 2 Tapwatertemperatuur...
Pagina 19
Inbedrijfstelling Bevriezingsgevaar Indien er sprake is van bevriezingsgevaar voor de cv-installatie of delen daarvan, moet de nadraaitijd van de pomp worden gewijzigd. Ga hierbij als volgt te werk: Steek de stekker van het cv-toestel in de wandcontactdoos. Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel door op het symbool aan de bovenzijde van het klepje te drukken (afb.
Pagina 20
Inbedrijfstelling Druk nogmaals op de serviceknop, totdat de tekst "F05" in het display van de BC10 (afb. 10, pos. 4) verschijnt. De nadraaitijd van de pomp is fabrieksmatig ingesteld op 5 minuten ("F05"). De nadraaitijd van de pomp is instelbaar van 5 tot 60 minuten (F05..F60) of hij kan op 24 uur (F1d) ingesteld worden.
Pagina 21
Inbedrijfstelling Bedrijfs- en storingsmeldingen De bedrijfstoestand of een eventuele storing worden op het display (afb. 11, pos. 1) weergegeven. In bedrijfstoestand wordt in het display van de BC10 de cv-watertemperatuur weergegeven. Door het één of meerdere malen indrukken van 8 8 8 de servicetoets verschijnt de bedrijfstoestand of een eventuele storing in het display van de BC10.
Inbedrijfstelling Menu normaal bedrijf Actuele gemeten cv-aanvoerwatertemperatuur in °C. → stap 3 Verdergaan met menu in normaal bedrijf? → Nee: stap 1 Druk de toets P 1. Actuele gemeten waterdruk van de cv-installatie in bar. Druk de toets Bedrijfsscode. Zie ook tabel Symptomen op blz. 25. In dit geval: cv-toestel in cv-bedrijf.
– Actuele druk van de cv-installatie Displaycodes Een displaycode geeft de actuele toestand van de Nefit SmartLine HR 11/24, HRC 24/CW3 (uitgebreid) en HRC 24/CW4 (uitgebreid) weer. De displaycode verschijnt automatisch of kan door indrukken van de toets “Service“ opgeroepen worden.
Pagina 24
Inbedrijfstelling Onder normale bedrijfsomstandigheden is het alleen mogelijk, om niveau 4 via de ModuLine-regeling of een Service Tool op te roepen. Indien de displaycode een storingscode is, wordt deze storingscode oftewel knipperend (vergrendelende storingscode) of niet knipperend (blokkerende storingscode) in het display weergegeven. Alleen bij een vergrendelende storingscode (knipperend) is een reset van het cv-toestel nodig.
Pagina 25
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Displaycode Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes Bedrijfsfase: Communicatietest tijdens het opstarten. Deze displaycode knippert ter controle van de communicatie tussen de UBA 3 en de basiscontroller BC10 vijf keer gedurende 5 seconden tijdens het opstarten.
Pagina 26
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Displaycode Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes P 1. Bedrijfsfase: Nadraaitijd van de pomp via de boiler gedurende 130 seconden op minimaal toerental. De LED “Brander (aan/uit)” is uit. P 1. Bedrijfsfase: Het antipendelprogramma is geactiveerd.
Pagina 27
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Displaycode Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes P 1. Voorbereidingsfase: Het cv-toestel bereidt zich voor op een branderstart na het ontstaan van een warmtevraag cv of een warmtevraag tapwater. P 1. Standby: Het cv-toestel staat standby.
Pagina 28
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Displaycode Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes P 1. Opstartfase: Het cv-toestel wordt opgestart na het inschakelen van de netspanning of na het uitvoeren van een reset. Deze displaycode wordt gedurende maximaal 4 minuten op het display weergegeven.
Pagina 29
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Displaycode Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes Storing: P 1. De rookgasthermostaat heeft een temperatuur gemeten hoger dan 105 °C, en staat geopend. Reset noodzakelijk. LED op UBA 3 knippert 1 Hz. Overige symptomen: Geen cv-bedrijf en geen warm tapwater.
Pagina 30
Inbedrijfstelling Symptomen Displaywaarde Displaycode Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Betekenis van de displaycodes Bedrijfsfase: De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager dan 0,8 bar). Overige symptomen: Eventueel geen cv-bedrijf en geen warm tapwater. Bedrijfsfase: De waterdruk in de cv-installatie is te laag (lager dan 0,8 bar).
Buitenbedrijfstelling Buitenbedrijfstelling Open het klepje aan de voorzijde van het cv-toestel (afb. 9). Zet de aan-/uitschakelaar (afb. 12, pos. 1) in stand "0". 8 8 8 Sluit de gaskraan door de knop van de gaskraan zodanig te verdraaien dat deze haaks staat ten opzichte van de gaslei- ding (afb.