Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Ems Bus; Can-Bus - Nefit EnviLine A/W Split E IDU Split 4-6 E Installatie-Instructie

Inhoudsopgave

Advertenties

5 | Installatie
5.7

Elektrische aansluiting

GEVAAR:
Gevaar voor elektrische schokken!
De componenten van de warmtepomp staan onder spanning.
▶ Vóór werkzaamheden aan de elektrische installatie de componenten
van het lichtnet loskoppelen.
OPMERKING:
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Wanneer de installatie voor het vullen van cv-water wordt ingeschakeld,
kunnen componenten van de cv-installatie oververhit raken.
▶ Boiler en cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installatie vul-
len, ontluchten en de juiste druk activeren.
De elektrische aansluiting van de binnenunit moet op een veilige wijze
kunnen worden onderbroken.
▶ Een afzonderlijke veiligheidsschakelaar installeren, die de binnenunit
compleet spanningsloos schakelt. Bij een gescheiden voeding is voor
elke voedingskabel een afzonderlijke veiligheidsschakelaar nodig.
▶ Gebruik aderdiameters en kabeltypen conform de betreffende zeke-
ringen en de installatiewijze.
▶ Sluit de warmtepomp aan conform het aansluitschema. Er mogen
geen andere verbruikers worden aangesloten.
▶ Bij vervangen van de printplaat de kleurcodering aanhouden.
▶ Zorg ervoor dat er in elk land een aardlekschakelaar wordt geïnstal-
leerd die gebaseerd is op de normatieve eisen van het land. Wij advi-
seren het gebruik van een aardlekschakelaar van het type B.
5.7.1

EMS BUS

OPMERKING:
Verkeerde werking door storingen!
Sterkstroomleidingen (230/400 V) in de nabijheid van een communica-
tiekabel kunnen storingen van de warmtepomp veroorzaken.
▶ EMS-BUS-leiding van netkabels gescheiden leggen. Minimale af-
stand 100 mm. Een gemeenschappelijke installatie met sensorka-
bels is wel toegestaan.
EMS-BUS en CAN-BUS zijn niet compatibel.
▶ Sluit EMS-BUS-eenheden niet op CAN-BUS-eenheden aan.
De bedieningsunit wordt via de EMS BUS met de installatiemodule in de
binnenunit verbonden.
De bedieningseenheid wordt via de BUS-kabel gevoed. De poling van de
twee EMS BUS-kabels is irrelevant.
Voor accessoires, die op de EMS BUS wordt aangesloten, geldt het vol-
gende (zie ook installatie-instructie van de betreffende accessoires):
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze
onderling een minimale afstand van 100 mm hebben.
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd, moeten deze
parallel of stervormig worden aangesloten.
▶ Gebruik kabel met een minimale doorsnede van 0,75 mm
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) afgeschermde kabel gebruiken. Daarbij de afscherming
aan slechts één zijde aan de behuizing aarden.
12
5.7.2

CAN-BUS

OPMERKING:
Verkeerde werking door storingen!
Sterkstroomleidingen (230/400 V) in de nabijheid van een communica-
tiekabel kunnen storingen van de binnenunit veroorzaken.
▶ Leg afgeschermde CAN-BUS-kabels gescheiden van netkabels. Mini-
male afstand 100 mm. Een gemeenschappelijke installatie met sens-
orkabels is wel toegestaan.
CAN-BUS: 12-V-gelijkspanningsuitgang "Out 12 V DC" op de installatie-
module niet aansluiten.
OPMERKING:
Installatiestoring bij het verwisselen van de 12 V- en CAN-BUS-aan-
sluitingen!
De communicatiecircuits zijn niet gedimensioneerd voor een constante
spanning van 12 V.
▶ Waarborg, dat de beide kabels aan de betreffende gemarkeerde aan-
sluitingen op de printplaat (CAN high / CAN /low) zijn aangesloten.
De buitenunit en de binnenunit worden via een communicatiekabel, de
CAN-BUS, met elkaar verbonden.
Als verlengsnoer buiten de eenheid is een LIYCY-kabel (TP) 2 x 2
x 0,75 (of gelijkwaardig) geschikt. Als alternatief kunnen voor het bui-
tengebruik toegelaten twisted-pair-kabels met een minimale doorsnede
2
van 0,75 mm
den worden geaard:
▶ Op de behuizing van de binnenunit
▶ Op de aardklem van de buitenunit.
De aansluiting tussen de printplaten verloopt via twee aders, omdat de
12 V-spanning van de installatiemodule niet mag worden aangesloten.
De schakelaar Term markeert begin en einde van de CAN-BUS-verbin-
ding. Let erop dat de juiste printplaten binnen de CAN-BUS-verbinding
zijn afgesloten en dat alle overige niet zijn afgesloten.
2
.
worden gebruikt. De afscherming moet aan beide uitein-
EnviLine A/W Split E • 6720892202 (2020/06)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Enviline a/w split e idu split 8-15 e

Inhoudsopgave