Als u deze instelling wilt configureren...
Faxsnelheid
Stel de gebruikte faxsnelheid in voor de
communicatie tussen de printer en overige
faxapparaten tijdens het verzenden en
ontvangen van faxberichten.
Opmerking: Gebruik een lagere
faxsnelheid als u bij het verzenden en
ontvangen problemen ondervindt.
Foutcorrectiemodus voor faxfunctie
Als de printer een foutsignaal
registreert tijdens de transmissie en de
foutcorrectiemodus is ingeschakeld, kan de
printer aangeven dat een gedeelte van de
fax opnieuw moet worden verzonden.
Opmerking: Als u problemen
ondervindt bij het verzenden of
ontvangen van faxberichten, schakelt
u foutcorrectie uit. Het uitschakelen
van deze functie kan ook nuttig zijn
wanneer u een fax wilt verzenden
naar of ontvangen van een ander
land of een andere regio of als u via
een satellietverbinding belt.
Volume
U kunt het volume van de geluiden van de
printer wijzigen, ook de faxtonen.
...gebruikt u deze methode:
1.
Raak de pijl naar rechts aan
vervolgens Configuratie aan.
2.
Raak Faxinstallatie aan en raak
vervolgens Geavanceerde faxinstallatie
aan.
3.
Raak de pijl omlaag
vervolgens Faxsnelheid aan.
4.
Raak Snel, Normaal of Langzaam aan.
1.
Raak de pijl naar rechts aan
vervolgens Configuratie aan.
2.
Raak Faxinstallatie aan en raak
vervolgens Geavanceerde faxinstallatie
aan.
3.
Raak de pijl omlaag
vervolgens Foutcorrectiemodus aan.
4.
Selecteer Aan of Uit.
1.
Raak de pijl naar rechts aan
vervolgens Configuratie aan.
2.
Raak Faxinstallatie aan en raak
vervolgens Basis faxinstallatie aan.
3.
Raak de pijl omlaag
vervolgens Geluidsvolume fax aan.
4.
Raak Zacht, Hard of Uit aan.
Faxen instellen en gebruiken
en raak
aan en raak
en raak
aan en raak
en raak
aan en raak
45