Storing
Mogelijke oorzaken
Vacuümpomp is ge-
Er zijn vreemde onderdelen in
blokkeerd
de pomp terechtgekomen
Pompsysteem binnenin aan-
getast of condensaat heeft
zich opgestapeld
Verkeerde draairichting
Circulatiepomp is geblokkeerd Circulatiepomp demonteren en reinigen
De pomp bereikt de
Aanzuigleiding verstopt
einddruk niet
Lek in het systeem
Binnenruimte van de pomp
door procesresten verstopt
Lange uitpomptijden Lange zuigleiding of leidingsdi-
ameter van de uitlaatleiding te
klein
Verhoogde stroom-
Tegendruk is te hoog
opname
Pomp door procesresten ver-
stopt.
Koelvloeistof of koelwater ont-
breken
Smeermiddel verontreinigd
Ongebruikelijk be-
Losse kabelverbinding; motor
drijfslawaai
loopt enkel met 2 fasen
Verkeerde draairichting
Langere stilstandtijd van de
pomp
Lagerbeschadiging
Koppeling defect
Motor draait - pomp niet: is al-
leen van toepassing op pom-
pen met magneetkoppeling
(AM/ADM-serie)
Overdruk aan de uit-
Uitlaatleiding verstopt
laat
Drukschakelaar aan de uitlaat
(optie) defect
Pomptemperatuur te
Omgevingstemperatuur te
hoog
hoog
Gastemperatuur te hoog
Bij gebruik van koelvloeistof:
Vulstand controleren
Koelwatertoevoer ontbreekt of
koelwaterdruk te klein
Tegendruk is te hoog
Verhoogde gastemperatuur
door speciale procesgassen
Aanzuig- of uitlaatleiding deels
verstopt
Binnenruimte van de pomp
door procesresten verstopt.
Smeermiddelstand te laag
Lage smeermiddel-
Olieverlies naar buiten of bin-
stand
nen
Verhelpen van storingen
Indien de pomp blokkeert, PV-service verwittigen
Filter of zeef in aanzuigleiding inbouwen
PV-Service op de hoogte stellen. Proces en
pompmedium controleren; condensaatsifon voor-
zien.
PV-Service op de hoogte stellen. Draairichting
controleren, indien nodig twee fasen van de elek-
trische aansluiting ompolen.
Leiding reinigen.
Leiding controleren.
Pomp demonteren.
Aanzuigleidingen verkorten en leidingsdiameter
van de uitlaatleiding vergroten
Uitlaatleiding controleren; indien nodig reinigen.
Pomp demonteren.
Koelvloeistof of koelwater controleren.
Smeermiddel verversen.
Aansluitingen controleren.
Draairichting controleren, indien nodig twee fasen
van de elektrische aansluiting ompolen.
Pomp met gesloten aanzuigflens laten warmlo-
pen.
PV-Service op de hoogte stellen
Motor en koppeling demonteren; indien nodig kop-
peling vervangen.
Magneetkoppeling defect of "onderbroken" mag-
neetveld, Pfeiffer Vacuum-Service op de hoogte
stellen.
Voorzichtig! Magneetveld:
Wanneer het magneetveld "onderbroken" is kun-
nen de magneten pas bij stilstand weer op elkaar
worden afgestemd. Wanneer de pomp met een
onderbroken magneetveld blijft draaien, dan vindt
een demagnetisering plaats en wordt de koppe-
ling vernield.
Uitlaatleiding controleren; indien nodig reinigen.
Drukschakelaar aan de uitlaat (optie) controleren.
Toeg. omgevingstemperatuur handhaven.
Toeg. aanzuigtemperatuur handhaven.
Koelvloeistof indien nodig bijvullen.
Toevoer en doorstroming controleren; indien no-
dig koelwaterdruk verhogen.
Uitlaatleiding controleren; indien nodig reinigen.
Na voldoende afkoeling de pomp opnieuw inscha-
kelen
Leidingdiameter controleren; indien nodig reini-
gen.
Pomp demonteren.
Smeermiddel bijvullen; asdichtingen controleren.
Dichtheid van de oliekamers controleren (deksels,
dichtingen).
Asdichtingen controleren.
Storingen
35