Installatie
Motorbescherming
18
L2
U1
U2
W2
V2
W1
V1
L3
L1
Fig. 8:
Motorwikkeling en klemmenbord voor driehoekschakeling (voor hoge spanning)
Visuele controle van de draairichting
Wanneer de pomp voor het eerst wordt ingeschakeld, moet de draairichting van de
pomp worden gecontroleerd:
– hiervoor de pomp kort in- en uitschakelen (max. 5 seconden).
De draairichting van de motor of van de koppeling vergelijken met de richtingspijl op
het deksel van de behuizing.
– Gezien vanaf de motorzijde is de juiste draairichting met de klok mee naar rechts.
Bij verkeerde draairichting: twee van de drie fasen van de aansluitkabel wisselen.
Fig. 9:
Draairichting controleren (pompenmotor in bovenaanzicht)
Met PTC-temperatuursensor (3TF)
Pompmotoren die zijn voorzien van een PTC-temperatuursensor (3TF) in de statorwik-
keling, kunnen ter bescherming van overbelasting worden aangesloten op een PTC-
weerstand uitschakelapparaat. De gebruiker kan ook andere betrouwbare motorbeveili-
gingen gebruiken.
Uitschakelapparaten slaan de uitschakeling op en moeten handmatig weer worden inge-
schakeld via de ingebouwde RESET-knop of via de externe RESET S3. Stroominscha-
keling wordt gezien als automatische RESET.
De aansluiting zodanig uitvoeren dat de op de pomp aangegeven draairichting onaf-
hankelijk van de weergave in het stroomkringschema automatisch wordt aangehou-
den.
V2
W2 U2
W1
U1 V1
L3
L1
L2