5.6
Accessoires aansluiten
Koelwateraansluiting
maken
L1
L2
L3
F1 - F3
K1
A1
A2
T1
Us
3)
AC 220 ... 240 V
V W
U
M
3
10
11
T1...T3
N
Fig. 10: Aansluitvoorbeeld voor draaistroommotor met PTC-weerstand uitschakelapparaat
De verwarming van de UniDry™ 50 is afhankelijk van verschillende factoren, zoals bijv.
aanzuigdruk, bedrijf met of zonder gasballast, gastemperatuur bij de inlaat, toerental (50/
60 Hz of bedrijf met frequentieomvormer), gastype, omgevingstemperatuur enz..
Voor gedetailleerde aanwijzingen over de installatie en het bedrijf van de koelwatereen-
heid, zie bedrijfshandleiding CWK 50 (PP 0960 BN).
Thermische overbelasting van de pomp!
De aan de koelwaterregelaar ingestelde waarde komt overeen met de temperatuur aan
de aanzuigzijde van de pomp. Aan de uitlaatzijde (motorzijde) is de temperatuur ong.
30°C hoger.
Koelwaterregelaar enkel binnen toegelaten instelbereik van 40 ... 70° C instellen om
de bedrijfstemperatuur aan de procesvoorwaarden aan te passen.
81
86
80
90
91
Fig. 11: Koelwaterregelaar 86
2)
1)
1)
1)
2)
T2
Y1
Y2
24
21
22
14
11
2)
S3
F4
S1
k1
S2
K1
VOORZICHTIG
U
Controlespanning
S
S
UIT-knop
1
S
AAN-knop
2
S
RESET-knop, extern
3
K1
Bescherming
F1 - F4 Zekeringen
T1 - T3 PTC-sensor
H1
Uitschakelindicatie
12
M
Motor, draaistroom
1)
Alleen voor apparaten met
twee relaisuitgangen
H1
2)
Uitsluitend voor type MSR
3)
Uitsluitend voor bestelnr:
P 4768 051 FQ
80
Koelwaterinlaat
81
Koelwateruitlaat
86Koelwaterregelventiel
90
Instelplaat
91
Ontluchtingsschroef
Installatie
19