6
Bedrijf
6.1
Vóór het inschakelen
86
Q
°F
°C
91
6.2
Pomp inschakelen
Smeermiddelniveau bij zowel de beide kijkglazen als in de oliesmeerpot controleren.
Proces- en pompspecifieke mediatoevoer controleren.
Afsluiters aan de drukzijde zodanig instellen dat zij vóór of gelijktijdig met de pomp-
start worden geopend.
De uitlaataansluiting controleren op vrije doorgang (max. toegestane druk 1500 hPa
absolute druk).
– De afsluiters zodanig instellen dat ze vóór of gelijktijdig met de pompstart worden
geopend.
Pomp door middel van passende maatregelen (bijv. stoffilter) vóór het aanzuigen van
verontreinigingen voldoende beschermen, indien nodig het smeermiddel regelmatig
controleren of met kortere tussenpozen verversen.
Koelwatertoevoer openen;
– Schroef 91 aan koelwaterregelaar 86 met schroevendraaier verwijderen en koelka-
mers ontluchten.
De pomp kan in elk drukbereik, tussen de atmosferische druk en einddruk, worden inge-
schakeld.
Vacuümpomp via het net inschakelen;
– de pomp bereikt na ong. 30 minuten haar bedrijfstemperatuur en zodoende de ge-
specificeerde einddruk.
Proces- en pompspecifieke mediatoevoer controleren.
Afsluiter in de aanzuigleiding sluiten en de pomp op het proces inschakelen.
Het bedrijf van de pomp visueel en akoestisch controleren. Bij storingen (geluid, ver-
hitting, enz.) de pomp onmiddellijk uitschakelen.
Hete oppervlakken!
Gevaar voor verbranding bij het aanraken van hete onderdelen. Afhankelijk van de be-
drijfs- en omgevingsomstandigheden kan de oppervlaktetemperatuur van de pomp
stijgen tot boven de 80 °C.
Zorg eventueel voor een geschikte contactbeveiliging.
Verhoogde geluidsemissie!
Binnen een beperkt bereik in de omgeving van de vacuümpomp kan een verhoogde ge-
luidsemissie optreden.
Geluidsisolatie aanbrengen of
oorbeschermers dragen.
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Bedrijf
21