Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Schakeling Van Draaistroommotoren; Driehoekschakeling; Sterschakeling - Pfeiffer Vacuum UNIDRY 50 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Schakeling van draai-
stroommotoren
Spanningvoerende elementen
Levensgevaar door elektrische schokken.
 De elektrische aansluiting mag uitsluitend door geschoolde en bevoegde elektro-
monteurs worden uitgevoerd.
 Spanningvrije toestand herstellen en beveiligen tegen opnieuw starten.
 Zorg dat het systeem voldoende is geaard.
Overspanning!
Gevaar voor vernietiging van de motor.
 De elektrische aansluiting moet volgens de plaatselijk geldende bepalingen worden
uitgevoerd en moet overeenstemmen met de gegevens op het motortypeplaatje.
 Voor bescherming van de motor en de voedingskabels bij storing een geschikte
stroomonderbreker voorzien. Aanbevolen: Stroomonderbreker type "K" met trage re-
actiekarakteristiek.
Gevaar voor overbelasting van de magneetkoppeling!
Energie-efficiëntie motoren hebben een hoger opstartmoment, wat kan leiden tot door-
draaien van de motor en tot demagnetisering van de magneetkoppeling.
 Motor conform IE2: Start met relais met zachte start aangeraden of FO gebruiken.
 Motor conform IE3: Start met relais met zachte start voorgeschreven of FO gebrui-
ken.
Bij pompen met draaistroommotoren is het controleren van de draairichting vereist!
De aansluitingen U1-L2, V1-L1 en W1-L3 zorgen voor een draaiing van de motoras in
wijzerzin, wanneer we ons richten naar de motorventilator.

Driehoekschakeling

De drie kabels worden na elkaar geschakeld en de verbindingspunten aangesloten op
het net. De spanning per fase is gelijk aan de netspanning, de netstroom bedraagt daar-
entegen het √3-voudige van de fasestroom. De driehoekschakeling wordt gekenmerkt
door het symbool ∆. De spanning tussen de voedingsleidingen heet netspanning. De
netstroom is de stroom die door de voedingsleidingen stroomt.
L2
W2
U1
W1
U2
V2
V1
L3
L1
Fig. 7:
Motorwikkeling en klemmenbord voor driehoekschakeling (voor lage spanning)

Sterschakeling

De drie fasewikkelingen zijn op het sterpunt aan elkaar gekoppeld. De klemspanning be-
draagt het √3-voudige van de fasespanning, de netstroom komt overeen met de fase-
stroom. De sterschakeling wordt gekenmerkt door het symbool Y.
GEVAAR
LET OP
LET OP
W2 U2
V2
W1
U1 V1
L3
L2
L1
Installatie
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave