7.
Bedrijf
7.3
Opsporing en verwijdering van fouten bij storingsmel-
dingen
Foutmeldingen worden in het indicatieveld als letter-cijfercombinatie met de code
ER 1 tot ER 5 (zie hfdst. 6.1.6) uitgegeven. Bij het verschijnen van een van deze
codes moet de Technische Service geïnformeerd worden.
Om fouten op te sporen en te verwijderen kunnen enkel de volgende tests of
maatregelen door het bedieningspersoneel worden uitgevoerd:
•
Controleer, of de afzuigopening aan het toestelplafond vrij is.
•
Verzekeren dat de afzuiginstallatie van de klant in bedrijf is.
•
Vensters en deuren in de laboratoriumruimte sluiten, zodat er geen tocht kan
ontstaan.
•
Toestellen in de omgeving van de veiligheidswerkbank die luchtbewegingen
of sterke eigenwarmte ontwikkelen, uitschakelen.
•
Het gebruik van open vuur in de monsterruimte kan de luchtstromingsver-
houdingen beïnvloeden.
Gebruiksaanwijzing veiligheidswerkbank Safe 2020 / Maxisafe 2020
51