10. Beveiligingsfuncties
Zorg ervoor dat elke beveiligingsfunctie, zoals droogloopbeveiliging
of externe start/stop die wordt gedetecteerd via een digitale
ingang, is aangesloten en geconfigureerd op alle pompen met een
persdruksensor.
Als een extra sensor wordt gebruikt, bijvoorbeeld een sensor
met functie voor limietoverschrijding of setpoint-invloed, moet
deze sensor eveneens zijn aangesloten op alle pompen met een
persdruksensor. U kunt ook een extra sensor installeren voor elke
pomp met een persdruksensor.
10.1 Droogloopbeveiliging
Het systeem moet worden beveiligd tegen drooglopen.
Soorten droogloopbeveiliging:
•
Een drukschakelaar of een voordruksensor wordt in de
fabriek aangebracht op het inlaatspruitstuk. Zie de paragrafen
Drukschakelaar en Voordruksensor.
•
Een niveauschakelaar is aangebracht in een watervat
(optioneel). Zie paragraaf Niveauschakelaar.
Gerelateerde informatie
10.1.1 Drukschakelaar
10.1.2 Niveauschakelaar
10.1.3 Voordruksensor
10.1.1 Drukschakelaar
Het systeem kan worden uitgerust met een instelbare
drukschakelaar als beveiliging tegen drooglopen. Deze
drukschakelaar wordt aangebracht op het inlaatspruitstuk.
Als de voordruk beneden het onderste schakelpunt ligt,
kan het systeem niet starten.
Als de drukschakelaar het systeem tijdens bedrijf heeft
gestopt vanwege een te lage voordruk, kan het systeem
pas opnieuw starten nadat de voordruk is toegenomen tot
een druk die hoger is dan de instelling van het bovenste
schakelpunt.
Pas zo nodig het onderste schakelpunt aan door aan schroef A
te draaien en pas het bovenste schakelpunt aan tot een hogere
waarde dan het onderste schakelpunt door aan schroef B te
draaien. Zie de onderstaande afbeelding.
Stel het onderste schakelpunt niet in op een waarde onder
de minimale voordruk. Zie de paragraaf Minimale
voordruk.
A
Aanpassing van schakelpunten
Pos.
Beschrijving
A
Lagedrukschakelpunt
B
Hogedrukschakelpunt
Gerelateerde informatie
13.1.6 Minimale voordruk
24
10.1.2 Niveauschakelaar
Als er geen voordruk is, kan het systeem optioneel worden uitgerust
met een niveauschakelaar. Dit kan in de fabriek gebeuren, maar
ook na de aflevering. De niveauschakelaar kan bijvoorbeeld het
waterniveau in een tank controleren, die is aangesloten op het
inlaatspruitstuk. En de niveauschakelaar moet bij alle pompen
worden aangesloten op klem 3 en 10. Zie paragraaf Functionele
modules.
Om drooglopen te detecteren dient u de digitale ingang te
configureren met Grundfos GO.
Het systeem wordt automatisch opgestart als dit is uitgeschakeld
vanwege drooglopen. U kunt deze instelling wijzigen in handmatig
opstarten met Grundfos GO.
Niveauschakelaar aangesloten op elke pomp
Gerelateerde informatie
5.3 Functionele modules
10.1.3 Voordruksensor
Het systeem kan worden uitgerust met een of twee
B
voordruksensoren. Dit kan in de fabriek gebeuren, maar ook na de
aflevering. De sensor kan de druk in het inlaatspruitstuk controleren
en moet met één van de analoge ingangen worden verbonden. Zie
de paragraaf Functionele modules.
U kunt de analoge ingang configureren met Grundfos GO
of met de bedieningspanelen HMI 300 en 301. De 'limiet
overschreden'-functie kan worden geconfigureerd om drooglopen te
detecteren. Het systeem is in de fabriek ingesteld op automatisch
opstarten, als het is uitgeschakeld vanwege drooglopen. Dit kan
worden gewijzigd in handmatig opstarten met Grundfos GO of met
de bedieningspanelen HMI 300 en 301.
Gerelateerde informatie
5.3 Functionele modules
A
L S
Pos.
Beschrijving
A
Pomp 1
B
Pomp 2
3: GND (frame)
C
10: Digitale ingang
B
3
C
10
3
C
10