Advertenties
Om handmatige temperatuurcompensatie (MTC) in te schakelen, ontkoppel de temperatuursonde van de meter. Het
display toont een standaardtemperatuur van 25 C of de laatst gemeten temperatuurwaarde. Het MTC label en het
symbool met de drie pijlen naast de temperatuurmeting worden weergegeven. Druk op CAL/EDIT en gebruik de toetsen
omhoog/omlaag om de temperatuurwaarde handmatig in te stellen. Druk op GLP/ACCEPT om de waarde op te slaan (of
druk op ESC of CAL/EDIT om af te sluiten zonder op te slaan).
De melding "NO T. PROBE" wordt weergegeven. Gebruik de omhoog/omlaag toetsen om naar de kalibratiemodus te
gaan (derde LCD regel is leeg). Druk op CAL/EDIT om de meting in MTC-modus te starten.
Opmerking: Als de temperatuursensor kapot of losgekoppeld is, schakelt de meter automatisch over naar de MTC-
modus.
7.4. WAARSCHUWINGEN & BERICHTEN
De functie Kalibratiecontrole markeert diagnostische berichten tijdens een kalibratie. Aangezien elektrodeveroudering
meestal een langzaam proces is, zijn verschillen tussen eerdere kalibraties waarschijnlijk te wijten aan een tijdelijk
probleem met de probe of buffers.
Verkeerde buffer
De melding Verkeerde buffer wordt knipperend weergegeven als het verschil tussen de pH-meting en de waarde van de
geselecteerde buffer te groot is. Als deze foutmelding wordt weergegeven, controleer dan of u de juiste kalibratiebuffer
hebt geselecteerd en gebruikt.
Foutieve oude punten inconsistentie
WRONG OLD POINTS INCONSISTENT wordt weergegeven als de nieuwe kalibratiewaarde aanzienlijk afwijkt van de
laatste waarde van die probe in die buffer. Wis de vorige kalibratie en probeer een nieuwe kalibratie met nieuwe
buffers.
Om de kalibratiegegevens te wissen, druk je op CAL/EDIT en vervolgens op LOG/CLEAR (MEM/CLEAR). Het bericht
CLEAR CAL wordt weergegeven. Druk op GLP/ACCEPT om te bevestigen of druk op CAL/ EDIT om af te sluiten zonder te
wissen. De taster kan een eenpuntskalibratie behouden als het eerste punt werd geaccepteerd.
Nadat de kalibratiegegevens zijn gewist, wordt het bericht NO CAL weergegeven.
Schone elektrode
CLEAN ELEC geeft aan dat de elektrode niet goed werkt (de offset ligt buiten het toegestane bereik of de helling ligt
onder de toegestane ondergrens). Reinig de elektrode om de reactietijd te verbeteren. Zie pH elektrode conditionering
en onderhoud voor meer informatie.
Probe controleren / Buffer controleren
CHECK PROBE CHECK BUFFER wordt weergegeven wanneer de helling van de elektrode de hoogst geaccepteerde
hellinggrens overschrijdt. Inspecteer de elektrode en controleer of de bufferoplossing vers is. Reinig de elektrode om de
reactietijd te verbeteren.
Slechte elektrode
BAD ELEC wordt weergegeven als de reinigingsprocedure, uitgevoerd na de twee bovenstaande berichten, niet
succesvol blijkt te zijn. Vervang de sonde.
Verkeerde buffertemperatuur
WRONG TEMP wordt weergegeven als de temperatuur van de buffer buiten het bereik valt. De kalibratiebuffers
worden beïnvloed door temperatuurveranderingen. Tijdens de ijking zal het instrument automatisch ijken op de pH-
waarde die overeenkomt met de gemeten temperatuur, maar deze compenseren naar de waarde van 25 C.
Verontreinigde buffer
Als CONTAMINATED BUFFER (Verontreinigde buffer) wordt weergegeven, is de buffer verontreinigd. Vervang de buffer
door een nieuwe en ga verder met de kalibratie.
Identieke aangepaste bufferwaarden
Zorg ervoor dat de ingestelde aangepaste buffers verschillende waarden hebben. Als u anders probeert een aangepaste
buffer in te stellen met dezelfde waarde als de eerder ingestelde buffer, kunnen de onderstaande berichten
verschijnen:
- WAARDE GEBRUIKT DOOR KLANT1 - voordat u kalibreert met een van deze waarden
- WAARDE GECALIBREERD MET KLANT2 - waarde al gebruikt in een eerdere kalibratie.
8. CONDITIE EN ONDERHOUD VAN DE ELEKTRODE
Elektrodeconditie (alleen MW151)
De MW151 geeft een sondepictogram weer (tenzij deze functie is uitgeschakeld vanuit de setup) dat de status van de
elektrode na kalibratie aangeeft. De beoordeling van de status van de elektrode blijft 12 uur actief en is gebaseerd op
de offset- en hellingskarakteristieken van de pH-elektrode op het moment van kalibratie.
Als elektroden na gebruik niet worden gereinigd, verliezen ze hun nauwkeurigheid en neemt de meetnauwkeurigheid
van de testbank af. Dit kan worden waargenomen als een gestage afname van de meetnauwkeurigheid. Dit kan worden
Advertenties
