Download Print deze pagina

Milwaukee MW150 Gebruiksaanwijzing pagina 101

Ph / orp / temperatuur-bankmeters

Advertenties

Deze functie moet ingeschakeld zijn in Setup. Temperatuurcompensatie van aangepaste buffers is ingesteld op de
waarde 25 C. Bij het kalibreren met aangepaste buffers kan de bufferwaarde worden gewijzigd door te drukken op
RANGE/right Gebruik de toetsen omhoog/omlaag om de bufferwaarde te wijzigen op basis van de temperatuurmeting.
Na 5 seconden wordt de bufferwaarde bijgewerkt.
Kalibratie
1. Dompel de punt van de pH-elektrode ca. 4 cm (11 ) in de bufferoplossing en roer voorzichtig. Druk op CAL/EDIT. Als u
een tweepuntskalibratie uitvoert, gebruik dan eerst de pH 7,01 (pH 6,86 voor NIST) buffer. De meter gaat naar de
kalibratiemodus, waarbij de waarde van de pH-buffer 7,01 wordt weergegeven en het WAIT-bericht knippert, samen
met het CAL-label en het zandlopersymbool. Gebruik indien nodig de omhoog/omlaag toetsen om een andere
bufferwaarde te selecteren.
2. Zodra de meting gestabiliseerd is en dicht bij de geselecteerde buffer ligt, begint het ACCEPT label te knipperen. Druk
op GLP/ACCEPT om de kalibratie te bevestigen.
3. Nadat het eerste kalibratiepunt is bevestigd, wordt de gekalibreerde waarde weergegeven op de eerste LCD-regel en
de tweede verwachte bufferwaarde op de derde LCD-regel (d.w.z. pH 4,01). De waarde van de eerste buffer wordt
ingesteld terwijl de tweede verwachte bufferwaarde op het scherm knippert.
Om alleen een 1-punts kalibratie te gebruiken, drukt u op CAL/EDIT om de kalibratie te verlaten. De meter slaat de
kalibratiegegevens op en keert terug naar de meetmodus. Om de kalibratie met andere buffers voort te zetten, spoelt u
de punt van de pH-elektrode af en dompelt u deze ongeveer 4 cm (11 ) onder in de tweede buffer. 4 cm (11 ) in de
tweede bufferoplossing en roer voorzichtig. Gebruik indien nodig de omhoog/omlaag toetsen om een andere
bufferwaarde te selecteren. Dezelfde procedure wordt gevolgd totdat de vereiste kalibratiepunten (2 of 3) zijn
ingesteld. Aan het einde van de kalibratie toont het instrument SAVING , slaat de kalibratiewaarden op en keert terug
naar de normale meetmodus.
5-punts kalibratie (alleen MW151)
De 3-punts kalibratieprocedure kan worden voortgezet tot 5-punts volgens dezelfde stappen. Voor nauwkeurige pH-
metingen wordt 5-punts kalibratie aanbevolen en een minimum van 2-punts kalibratie.
Opmerking: Bij het uitvoeren van een nieuwe kalibratie (of het toevoegen aan een bestaande kalibratie) wordt het
eerste kalibratiepunt behandeld als een offset. Druk op CAL/EDIT nadat het eerste of tweede kalibratiepunt is
bevestigd, waarna het instrument de kalibratiegegevens opslaat en terugkeert naar de meetmodus.
Verlopen kalibratie
Het instrument heeft een real-time klok (RTC) om bij te houden hoeveel tijd er verstreken is sinds de laatste pH-ijking.
De RTC wordt gereset telkens als het instrument wordt gekalibreerd en de status voor verlopen kalibratie wordt
geactiveerd als de meter een kalibratietijd detecteert. CAL EXPIRED wordt weergegeven om de gebruiker te
waarschuwen dat het instrument opnieuw moet worden gekalibreerd. De time-outfunctie voor kalibratie kan worden
ingesteld van 1 tot 7 dagen (waarbij 7 de standaardoptie is) of uitgeschakeld (off). Zie Instelling, pH-informatie voor
meer informatie.
Als bijvoorbeeld een time-out van 4 dagen is geselecteerd, geeft het instrument 4 dagen na de laatste kalibratie een
alarm.
Opmerkingen: Als het instrument niet is gekalibreerd of als de kalibratie is gewist (met de optie Clear Cal), geeft de
display de melding NO CAL weer.
7.3. pH METING
Verwijder de beschermkap van de elektrode en dompel de punt ca. pH-metingen worden direct beïnvloed door de
temperatuur en daarom wordt aanbevolen te wachten totdat het monster en de pH-elektrode een thermisch
evenwicht hebben bereikt.
Druk indien nodig op RANGE/right. totdat de display overgaat naar de pH-modus. Laat de meting stabiliseren (gaat uit).
Op het LCD-scherm verschijnt:
- gemeten pH-meting en temperatuur
- temperatuurcompensatiemodus (MTC - handmatig, ATC - automatisch)
- toestand van de elektrode (indien beschikbaar, alleen MW151)
- gebruikte buffers (indien ingeschakeld).
Voor een betere nauwkeurigheid moet het instrument gekalibreerd zijn (zie pH-hoofdstuk voor details). Zorg ervoor dat
de elektrode gehydrateerd blijft. Spoel de sonde met het monster voor gebruik. Als u de automatische
temperatuurcompensatiefunctie (ATC) van de meter gebruikt, dompel de temperatuursonde dan zo dicht mogelijk bij
de elektrode in het monster en wacht een paar seconden.
Gebruik de omhoog/omlaag toetsen om door de extra informatie te bladeren die op de derde LCD regel wordt
weergegeven: mV offset & hellingwaarden, tijd van meting, datum van meting, batterijstatus.
MTC modus

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mw151 max