●
Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●
Test de aardlekschakelaars om de 6 maanden.
Hittegevaar
De droogs- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen en kunnen bij aanraking
brandwonden veroorzaken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om persoonlijk letsel te
voorkomen.
●
Raak de interne ruimtes van de droog- en hardingsmodules van de printer niet aan. Zelfs na het openen
van het vensterslot dat de droog- en hardingsstroom afsluit, kunnen de interne vlakken heet zijn.
●
Wees extra voorzichtig bij het benaderen van het substraatpad.
Brandgevaar
De droog- en hardingssubsystemen van de printer werken op hoge temperaturen. Neem contact op met de
servicevertegenwoordiger als de ingebouwde aardlekschakelaar van de printer herhaaldelijk is geactiveerd.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om het risico op brand te vermijden.
●
Gebruik de stroomspanning die op het typeplaatje staat vermeld.
●
Voor het instellen en configureren van het elektriciteitssysteem dat wordt gebruikt om de printer te
voeden en voor de printerinstallatie is een elektricien vereist. Zorg ervoor dat de elektricien over de
juiste certificaten beschikt conform de plaatselijke verordeningen en dat hij alle informatie krijgt met
betrekking tot de elektriciteitsconfiguratie.
●
De elektricien moet het netsnoer aansluiten zoals vermeld in de Handleiding voor plaatsing en de
Instructies voor het opstellen. Driefasige lijnen zijn vereist, elk beschermd door een stroomonderbreker.
Er wordt geen stroomkabel bij de printer geleverd.
●
Steek geen voorwerpen door sleuven in de printer.
●
Mors geen vloeistof op de printer.
●
Gebruik in en om de printer geen spuitbusproducten die ontbrandbare gassen bevatten.
●
Blokkeer of bedek de openingen in de behuizing van de printer niet. Deze zijn bedoeld als
ventilatieopeningen.
●
Probeer de droog- en hardingsmodules of de elektrische schakelkast niet te demonteren.
●
Zorg ervoor dat de door de fabrikant aanbevolen bedrijfstemperatuur van het substraat niet wordt
overschreden. Als deze informatie niet beschikbaar is bij de fabrikant, moet u ervoor zorgen dat u alleen
substraten gebruikt die geschikt zijn voor bedrijfstemperaturen van 125°C (257°F) of hoger.
●
Plaats geen substraten met ontbrandingstemperaturen van minder dan 250°C. Zie opmerking
hieronder.
OPMERKING:
materiaalsamenstellingen bij blootstelling aan een stralingshittebron, methode B. De testcondities om de
temperatuur te bepalen waarop het substraat begint met ontsteken (vlam of gloed) waren:
Warmtestroomdichtheid: 30 kW/m², kopercalorimeter, K type thermokoppel.
Mechanisch gevaar
De printer heeft bewegende delen die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om persoonlijk letsel te voorkomen wanneer u dicht bij de printer werkt.
2
Hoofdstuk 1 Inleiding
Testmethode gebaseerd op EN ISO 6942:2002; Evaluatie van materialen en
NLWW