De instellingen wijzigen tijdens het afdrukken
U kunt het voorpaneel gebruiken om de volgende instellingen te wijzigen tijdens het afdrukken.
●
U wijzigt de instellingen voor temperatuur, vacuüm en droogtijd tussen de passages tijdens het
afdrukken als volgt: druk op
aanpassen. U kunt de pijltoetsen gebruiken om de hardingstemperatuur, de droogtemperatuur, de
vacuümdruk of de droogtijd tussen passages (vertraging tussen passages) aan te passen. De
wijzigingen die u aanbrengt, hebben direct effect, maar worden niet opgeslagen: bij de volgende taak
worden de instellingen in de mediastandaardinstelling zoals gewoonlijk gebruikt. Als u de instellingen
permanent wilt wijzigen, moet u deze in de mediastandaardinstelling in de RIP wijzigen.
●
De substraatdoorvoerkalibratie aanpassen bij het afdrukken (in geval van streepvorming): druk op
, Aanpassingen > Substraatdoorvoer aanpassen. U kunt de pijltjestoetsen gebruiken om de
substraatdoorvoer aan te passen. De wijzigingen die u aanbrengt, hebben direct effect, maar worden
niet opgeslagen voor de volgende taak. Zie ook
op pagina
●
U schakelt extra printkopreiniging tijdens het afdrukken als volgt in of uit: druk op
, Inkt > Onderhoud afdrukkwaliteit > Extra reinigen PK. In dit geval wordt de wijziging van
instelling voor volgende taken opgeslagen.
OPMERKING:
Geavanceerde instellingen
Hier zijn enkele meer geavanceerde instellingen die u alleen moet veranderen als u problemen hebt die u niet
op andere manier kunt oplossen.
De droog- en hardingstemperaturen die door de printer worden gebruikt, worden vastgesteld door de
compensatie op te tellen bij de basistemperatuur. De basistemperaturen die in de tabel worden
weergegeven, zijn de standaardwaarden voor ieder substraattype, maar ze kunnen worden gewijzigd door de
printer afhankelijk van de printerinstellingen die in gebruik zijn. U kunt de basistemperatuurinstellingen niet
zelf wijzigen, maar wel de compensaties. De basis opwarmtemperatuur wordt bepaald door de RIP.
In uw RIP kan een optie zijn om alle instellingen terug te zetten op de standaardwaarden.
Substraat
-type
Zelfkleven
d
Banner
Textiel
Film
Synthetisc
h papier
Papier-
waterachti
g
Papier-
solvent
60
Hoofdstuk 5 Substraatinstellingen
133.
Extra printkopreiniging verkort de levensduur van het printkopreinigingspatroon.
Compensa
Opwarmh
Offset
tie
ardingste
opwarmha
opwarmdr
mperatuur
rdingstem
oogtempe
peratuur
ratuur
5
95
5
95
5
85
5
85
5
80
5
60
5
75
, vervolgens op Aanpassingen en kies de instelling die u wilt
Aanpassen substraatdoorvoer tijdens afdrukken
Afkoeldro
Offset
ogtemper
afkoeldro
atuur
ogtemper
atuur
0
80
0
0
80
0
0
80
0
0
80
0
0
75
0
0
75
0
0
75
0
Afkoelhar
Offset
Minimum
dingstemp
afkoelhar
droogver
eratuur
dingstemp
mogen
eratuur
95
0
90
0
90
0
100
0
85
0
85
0
90
0
, daarna op
Droogtijd
tussen
passages
0,7
0
0,7
0
0,7
0
0,7
0
0
0
0
0
0,7
0
NLWW