●
SMTP server (SMTP-server). Dit is het IP-adres van de uitgaande mailserver (Simple Mail Transfer
Protocol [SMTP]) die alle e-mailberichten van de printer verwerkt. Als de mailserver verificatie
vereist, kunt u geen e-mailmeldingen instellen.
●
Printer E-mail address (Het e-mailadres van de printer). Ieder e-mailbericht dat de printer
verzendt, moet een antwoordadres hebben. Dit adres hoeft niet een echt, functioneel e-mailadres
te zijn, maar het moet wel uniek zijn, zodat de ontvangers van het bericht de printer die het
verzonden heeft, kunnen identificeren.
2.
Ga naar de pagina Notification (Melding), die ook op het tabblad Setup staat.
3.
Klik op New (Nieuw) om een nieuwe meldingsconfiguratie in te voeren, of klik op Edit (Bewerken) om
bestaande meldingsconfiguraties te bewerken. Vul dan het e-mailadres in waarnaar de meldingen
moeten worden verzonden en selecteer de problemen waarvoor u een melding wilt ontvangen.
De opwarmingsduur veranderen
Wanneer er geen afdruktaken meer zijn of u de printer van tevoren wilt opwarmen (de optie Afdrukken
voorbereiden in de RIP), blijven de droog- en hardingsverwamers van de printer ingeschakeld gedurende de
opgegeven tijd en temperatuur indien er een andere taak wordt ingesteld of indien u een
afdrukkwaliteitsprobleem moet omzeilen dat mogelijk wordt veroorzaakt door een onjuiste temperatuur in
de afdrukzone. Wanneer u de temperaturen wilt kiezen en hoe lang de verwarmers moeten werken in deze
situatie, gaat u naar het frontpaneel en drukt u op
substraatbehandeling > Opwarmingstemperatuur [45–55] ºC en/of Opwarmingsduur [5–120] min.
Instelling slaapstand wijzigen
Als de printer is ingeschakeld maar een bepaalde periode niet wordt gebruikt, wordt automatisch de
slaapstand geactiveerd om energie te besparen. De standaard wachttijd is 30 minuten. Als u de wachttijd
voor het activeren van de slaapstand wilt wijzigen, gaat u naar het voorpaneel en drukt u op
, Setup > Front panel options > Sleep mode wait time. Voer de gewenste wachttijd in minuten in en
druk op OK.
Audiowaarschuwingen in- of uitschakelen
Wanneer u de audiowaarschuwingen wilt in- of uitschakelen, gaat u naar het frontpaneel en drukt u op
vervolgens op
Audiowaarschuwing uitschakelen. Alle audiowaarschuwingen zijn standaard ingeschakeld.
De helderheid van het frontpaneeldisplay wijzigen
Wanneer u de helderheid van het frontpaneeldisplay wilt wijzigen, drukt u op
Installatie > Frontpaneelopties > Helderheid display, en selecteert u een waarde door de schuifbalk te
verplaatsen. Druk op OK om de waarde op te slaan.
De maateenheden wijzigen
Als u andere maateenheden wilt weergeven op het frontpaneel, drukt u op
Installatie > Frontpaneelopties > Eenheidselectie, Engels of Metrisch.
U kunt de maateenheid ook wijzigen in de geïntegreerde webserver.
16
Hoofdstuk 3 Basis instelopties
, Installatie > Frontpaneelopties > Audiowaarschuwing inschakelen of
, vervolgens op
, Substraat > Opties voor
, vervolgens op
, daarna op
, vervolgens op
,
,
NLWW
,