∫ Automatische witbalans
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen
de beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er
meerdere lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit
zit, kan de automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de
witbalans instellen op een andere functie dan [AWB].
1
De automatische witbalans zal met dit bereik werken.
2
Blauwe lucht
3
Bewolkte lucht (Regen)
4
Schaduw
5
Zonlicht
6
Wit fluorescerend licht
7
Gloeilamp
8
Zonsopgang en zonsondergang
9
Kaarslicht
Kl Kelvintemperatuur en kleuren
Aantekening
•
De optimale witbalans zal varieren afhankelijk van het type halogeenlicht waaronder
opgenomen wordt, gebruik daarom [AWB], [
•
De witbalans zou niet afgesteld kunnen worden voor het onderwerp waar de flits geen bereik
heeft wanneer de flits gebruikt wordt.
•
De witbalans wordt opgeslagen zelfs als het toestel uitstaat, maar [WITBALANS] voor de
geavanceerde scènefunctie of de scènefunctie is ingesteld op [AWB] wanneer de
geavanceerde scènefunctie of de scènefunctie veranderd wordt.
•
Witbalans is vastgesteld op [AWB] in de volgende gevallen.
–
Intelligent automatische functie
–
In [PORTRET BUITEN] en [PORTRET BINNEN] in [PORTRET]
–
In [LANDSCHAP]
–
In [SPORT BUITEN] en [SPORT BINNEN] in [SPORT]
–
In [VOEDSEL] in [CLOSE-UP]
–
In [NACHTPORTRET]
–
In [ZONSONDERG.] of [PARTY] in de scènefunctie
–
Mijn kleurfunctie
•
Als [DIRECT AF GEB.] (P127) op [ON] staat, worden de handelingen die met de
cursorknoppen uitgevoerd worden, vertaald in bewegingen van de AF-zone. Instellen met
gebruik van het Snelmenu (P30).
Stel de witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de
omstandigheid waarin u foto's maakt.
Selecteer [
Richt de camera op een vel wit papier of een ander
wit voorwerp zodat het kader in het midden van
het scherm helemaal met het witte voorwerp is
gevuld en druk dan op [MENU/SET].
Aantekening
•
U zou niet in staat kunnen zijn een witbalans juist in te stellen als het onderwerp te helder of te
donker is. In dit geval, het onderwerp afstellen op een gepaste helderheid en vervolgens de
witbalans weer instellen.
De witbalans handmatig instellen
] of [
] en druk vervolgens op 3.
1
2
] of [
].
1
2
Gevorderd (Opname van beelden)
2)
3)
4)
5)
1)
6)
7)
8)
9)
VQT2S69
77