Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Panasonic Lumix DMC-G10K Gebruiksaanwijzing pagina 70

Inhoudsopgave

Advertenties

Gevorderd (Opname van beelden)
Aantekening
Als het onderwerp zich niet midden in de compositie in [Ø] bevindt, kunt u het onderwerp in de
AF-zone brengen, de focus en belichting fixeren door de sluiterknop tot halverwege in te
drukken, de camera richten op de compositie die u wilt opnemen terwijl de sluiterknop nog tot
halverwege is ingedrukt, en dan de opname maken. (Alleen wanneer de instelknop op [AFS]
staat)
De camera stelt met behulp van [
23 zones) gelijktijdig oplichten. Zet de AF-functie op [Ø] als u zelf de focuspositie voor het
maken van opnamen wilt bepalen.
Als de AF-functie op [š] of [
beeld scherp is. Als u de focusfunctie in [
weergegeven, ook niet wanneer op het onderwerp wordt scherpgesteld.
Wanneer deze ingesteld is op [
Meervoudige automatische focusfunctie voor bewegende beelden schakelen.
Het toestel kan scherpstellen op onderwerpen die niet een persoon zijn maar bijvoorbeeld een
gezicht. In dit geval, de AF-functie schakelen naar één van de functies behalve [š] en
vervolgens een beeld maken.
[GEZICHT HERK.] werkt alleen wanneer [š] ingesteld is.
In de volgende gevallen is het niet mogelijk [
In [VOEDSEL] in [CLOSE-UP]
In [NACHTL. SCHAP] en [VERLICHTING] in [NACHTPORTRET]
De [AF MODE] wordt vast ingesteld op [Ø] als u de digitale zoom gebruikt.
AF-zone zal vastgesteld worden op een klein punt in [SCHERPTEDIEP] in Scènefunctie.
∫ Over [š] (Gezichtsherkenning)
Wanneer de camera het gezicht van een persoon waarneemt, wordt
de volgende gekleurde AF-zone afgebeeld.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de
frame groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
Wanneer [
] wordt geselecteerd en [MEETFUNCTIE] wordt op meervoudig [C] ingesteld,
š
past de camera de belichting aan bij het gezicht van de persoon.
Bij sommige opnameomstandigheden, waaronder de onderstaande, werkt de
gezichtsherkenningsfunctie mogelijk niet waardoor gezichten niet kunnen worden herkend.
[AF MODE] is gewisseld naar [
Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
Wanneer het gezicht op een hoek is
Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz
Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
Wanneer er een snelle beweging is
Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
Wanneer het toestel schudt
70
VQT2S69
] scherp op alle AF-zones als er meerdere AF-zones (max.
] wordt gezet, wordt de AF-zone pas weergegeven wanneer het
] op [AFC] zet, wordt de AF-zone niet
] tijdens de opname van bewegend beeld, zal deze naar
] in te stellen.
š
].

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave