[OPNAME] functie:
Opnamen maken met uw favoriete instellingen
(
: Programme AE-functie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
•
Zet de instelknop voor gebruiksfuncties op [
Stel de functieknop in op [
•
"
Ga naar
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
"
(P114) of
Gebruik van het [VOORKEUZE] Menu
(P125) voor informatie over het wijzigen van de
instelling tijdens het maken van opnamen.
Zet de instelknop voor de focusfunctie op
[AFS] of [AFC].
•
Ga naar P44 voor informatie over [AFS] en [AFC].
Druk de sluiterknop tot halverwege in om
scherp te stellen.
•
De focusaanduiding (groen) gaat branden wanneer er
op het onderwerp scherpgesteld is.
•
Het focuslampje knippert als het object niet scherp staat
in het beeld. In dit geval wordt geen opname gemaakt.
Druk de ontspanknop nogmaals in om scherp te stellen.
•
Het bereik van de scherpstelling is anders, afhankelijk
van de gebruikte lens.
–
Wanneer 14– 42 mm/F3.5– 5.6 lens die bij
DMC-G10K zit gebruikt wordt: 0,3 m tot
•
Als de [GEVOELIGHEID] ingesteld is op [ISO100] en de openingswaarde ingesteld is op
F3.5 (wanneer 14–42 mm/F3.5– 5.6 lens die bij DMC-G10K zit, bevestigd is), is de
sluitertijd automatisch ingesteld tussen ongeveer 30 seconden en 1/4000ste van een
seconde.
Druk de tot halverwege ingedrukte sluiterknop
helemaal in om een opname te maken.
•
Er wordt geen opname gemaakt zolang het object niet scherp is.
•
Als u de sluiterknop helemaal wilt indrukken ook al is het onderwerp niet scherp, zet u
[FOCUSPRIORITEIT] in het [VOORKEUZE]-menu op [OFF]. (P127)
•
Het toegangslampje licht (P25) rood op wanneer er beelden op de kaart worden opgenomen.
∫ Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet (P63)
∫ De kleuren aanpassen en opnamen maken als het beeld te rood lijkt (P76)
³
].
].
"
"
¶
Basiskennis
43
VQT2S69