Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] functie:
Opnamen maken met de zelfontspanner
Zet de instelknop voor gebruiksfuncties op [ë].
Druk de sluiterknop tot halverwege in om
scherp te stellen en druk hem vervolgens
helemaal in om de opname te maken.
A Als de zelfontspanner op [
•
Er zal geen foto gemaakt worden zolang het
onderwerp niet scherp gesteld is. Focus en belichting
zullen ingesteld worden als de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt.
•
Als u de sluiterknop helemaal wilt indrukken ook al is het onderwerp niet scherp, zet u
[FOCUSPRIORITEIT] in het [VOORKEUZE]-menu op [OFF]. (P127)
•
Het lampje van de zelfontspanner B knippert en de sluiter wordt na
10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
•
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u een opname maakt met de
zelfontspanner, wordt die geannuleerd.
•
Als [
] wordt geselecteerd, gaat het lampje van de zelfontspanner
na de eerste en tweede opname weer knipperen en wordt de sluiter
2 seconden nadat het knipperen begon, geactiveerd.
∫ De tijd voor de zelfontspanner wijzigen
1
Selecteer [ZELF ONTSP.] in het [OPNAME]-functiemenu. (P28)
2
Druk op 3/4, selecteer de functie en druk vervolgens op
[MENU/SET].
Onder
-deel
10 seconden
10 seconden/3 opnamen
2 seconden
•
Als u [
] instelt maakt de camera 10 seconden daarna 3 opnamen met intervals van
ongeveer 2 seconden.
3
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
•
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Aantekening
•
Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op
2 seconden handig om de beweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de
ontspanknop te vermijden.
•
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
68
VQT2S69
] wordt gezet.
Instellingen
A