[OPNAME] functie:
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(
: Intelligente Automatische Functie)
ñ
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
•
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
–
Scènedetectie/[RODE-OGEN CORR]/Gezichtsdetectie/Intelligente
ISO-gevoeligheidbediening/[I. EXPOSURE]/[LANG SL.N.RED]/Snelle AF/
[FOCUSPRIORITEIT]/Compensatie van de achtergrondverlichting/[I.RESOLUTIE]
•
Zodra u dit toestel op 2 zet gaat het
statuslampje 3 branden. (1: Ontspanknop)
Druk op [¦] A.
•
De knop [ ¦ ] zal oplichten als deze op de Intelligent Auto functie gezet wordt.
De [ ¦ ] knop wordt tijdens het opnemen uitgeschakeld om te voorkomen dat het licht
weerspiegeld wordt op glas en dergelijke. Dit duidt echter niet op een storing.
•
De [ ¦ ] knop wordt uitgeschakeld als er opnieuw op gedrukt wordt en wordt op de
[OPNAME] gezet die met de functieknop geselecteerd is.
•
Als de functieknop op [
Auto hebben. (P102)
Zet de instelknop voor de focusfunctie op [AFS] of [AFC].
•
Ga naar P44 voor informatie over [AFS] en [AFC].
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
•
De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
•
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
•
Het focuslampje knippert als het object niet scherp staat
in het beeld. In dit geval wordt geen opname gemaakt.
Druk de ontspanknop nogmaals in om scherp te stellen.
•
Het bereik van de scherpstelling is anders, afhankelijk
van de gebruikte lens.
–
Wanneer 14– 42 mm/F3.5 –5.6 lens die bij
DMC-G10K zit gebruikt wordt: 0,3 m tot
ñ
] staat, zullen de videobeelden de instelling van Intelligent
ON
OFF
¶
Basiskennis
1
2
39
VQT2S69