Overige
Het opgenomen beeld ziet er onafgewerkt uit.
Er verschijnt ruis op het beeld.
•
Is de ISO-gevoeligheid hoog of de sluitertijd langzaam?
(De ISO-gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] wanneer het toestel vervoerd wordt. Daarom zal
er, wanneer u binnenshuis beelden enz. maakt, ruis optreden.)
> Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P80)
> Verhoog de instelling voor [RUISREDUCTIE] in [OPN. MODE] of verlaag de instelling voor
alle items behalve [RUISREDUCTIE]. (P83)
> Beelden op heldere plekken maken.
> Zet de [LANG SL.N.RED] op [ON]. (P121)
•
Is [FOTO RES.] (P115) of [KWALITEIT] (P116) laag ingesteld?
•
Is [DIG. ZOOM] ingesteld? (P121)
Onder fluorescente verlichting, kan er knipperen of kunnen er horizontale
strepen gezien worden.
•
Dit is kenmerkend voor MOS-sensoren die dienst doen als de
pickupsensoren van de camera.
Dit is geen storing.
•
Als het beeld tijdens het opnemen van een video flikkert of strepen vertoont,
zal de functie voor het reduceren van beeldflikkering gedwongen
geactiveerd worden als deze functie op [ON] (P102) gezet wordt. Hierdoor
zal de sluitertijd aangepast worden naar 1/120. Het is mogelijk om de
sluitersnelheid in te stellen tussen 1/50, 1/60, 1/100, of 1/120 door aan de
functieknop op de achterkant te draaien.
De helderheid van de tint van het gemaakte beelden verschilt van de eigenlijke scène.
•
Als u opneemt onder fluorlicht kunnen helderheid en tinten lichtjes verschillen als de sluitertijd
korter wordt. Dit is kenmerkend voor beelden met fluorlicht en is geen storing van het toestel.
Er verschijnen roodachtige horizontale strepen op de LCD-monitor tijdens de opname.
•
Dit is een kenmerk van MOS-sensors die dienst doen als de oppaksensors van het toestel. Dit
doet zich voor wanneer het onderwerp een helder gedeelte heeft. Er zou zich wat oneffenheid
voor kunnen doen in de omliggende zones, maar dit is geen storing.
Dit wordt opgenomen in bewegende beelden maar wordt niet opgenomen op stilstaande beelden.
•
Het wordt aangeraden dat u beelden maakt terwijl u erop let het scherm niet bloot te stelen aan
zonlicht of een andere bron van fel licht.
Er wordt een helder punt dat zich niet in het onderwerp bevindt opgenomen.
•
Dit zou een inactieve pixel kunnen zijn. Voer [PIXELVERBETER.] (P130) uit in het [VOORKEUZE]
menu.
U kunt de belichting niet compenseren.
•
Bevindt u zich in de operatie van belichtingcompensatie?
> Druk op de functieknop achterop om te schakelen naar Belichtingscompensatie-werking. (P63)
Onderwerp kan niet vergrendeld worden.
(AF-opsporing niet mogelijk)
•
Stel de AF-zone in op de onderscheidende kleur van het onderwerp als er een gedeelte is dat
verschikt van de omliggende kleur. (P71)
176
VQT2S69