Hotline (automatisch tot stand brengen van een verbinding)
Stap voor stap
*
=wijzigen
F3=wissen
bevestigen
21 hotline
2 hotline-tst.
1=hotline-modus
2=hotline-toewijzing
*
=wijzigen
38
q
Functiecode invoeren.
of
Selecteren en bevestigen.
o
Hotline-bestemming (telefoonnummer) invoeren.
of Hotline-bestemming wissen:
Selecteren en bevestigen.
Invoer bevestigen.
Hotline-toestellen definiëren
U kunt voor ieder toestel de hotline-modus definiëren:
•
uit (hotline uitgeschakeld)
•
hotline (hotline direct ingeschakeld) of
•
vertraagd (hotline na een bepaalde tijd inschakelen).
Bij HiPath 3500/3550, HiPath 3700/3750/3800 moet u
voor elk toestel ook een hotline-bestemming 1 ... 6 toe-
wijzen.
Voorwaarde: het systeembeheer is gestart
pagina 12.
Selecteren en bevestigen.
Bevestigen.
of
fef
Functiecode invoeren.
Bevestigen.
of
Selecteren en bevestigen.
of
e
f
of
Functiecode invoeren.
q
Functiecode invoeren.
of
Selecteren en bevestigen.