Als het papier waarop u wilt afdrukken minder dan 222 mm lang is,
ontgrendelt u de geleider van de lade en duwt u de lade naar binnen.
Stel de papierlengte- en papierbreedtegeleider in.
•
Duw de papierbreedtegeleiders niet zo ver naar binnen dat het
afdrukmateriaal gaat buigen.
•
Als u de papierbreedtegeleiders niet aanpast, kunnen er
papierstoringen optreden.
5. Sluit de papierklep.
6. Schuif de lade terug in het apparaat tot de lade vastklikt.
7. Stel na het plaatsen van het papier de papiersoort en het formaat voor
de lade in. Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 36.
•
Als het papier regelmatig vastloopt, dient u het vel per vel in de
lade in te voeren.
•
U kunt ook papier plaatsen waarop al is afgedrukt. Plaats het
papier met de bedrukte zijde naar boven. De achterzijde mag niet
gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn in
dit geval geen garanties ten aanzien van de afdrukkwaliteit.
De lade is standaard ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk
van het land waarin u de printer hebt gekocht. Als u de formaatinstelling wilt
veranderen in A4 of Letter, moet u de hendel en de papierbreedtegeleider
juist instellen.
1. Trek de lade uit het apparaat. Open de papierklep en verwijder indien
nodig het papier uit de lade.
2. Als u het formaat wilt wijzigen in Letter, draait u de hendel aan de
achterkant van de lade naar rechts.
3. Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif hem tot tegen de rand
van de hendel.
Als u het formaat wilt wijzigen in A4, schuift u de papierbreedtegeleider
naar links en draait u de hendel naar links. Forceer de hendel niet,
anders kan de lade worden beschadigd.
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_35