Ondersteunde werkomgevingen
De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat ondersteunt:
ONDERDEEL
Netwerkinterface
Netwerkbesturingssysteem
Netwerkprotocollen
Draadloze beveiliging
EEN BEKABELD NETWERK GEBRUIKEN
U moet de netwerkprotocollen in uw printer instellen om deze in uw netwerk
te kunnen gebruiken. In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u dit eenvoudig kunt doen.
Een configuratierapport afdrukken
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken via het bedieningspaneel van
het apparaat. In dit rapport worden de huidige netwerkinstellingen van het apparaat
weergegeven. Hiermee kunt u een netwerk installeren en problemen oplossen.
Houd
Stop ongeveer 5 seconden ingedrukt om het rapport af te
drukken.
In de gebruiksaanwijzing van uw apparaat vindt u meer informatie. In dit netwerk-
configuratierapport kunt u het MAC-adres en IP-adres van uw apparaat vinden.
Bijvoorbeeld:
MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78
IP-adres: 192.0.0.192
Het IP-adres instellen
Eerst moet u een IP-adres instellen voor het afdrukken en beheren van het
netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch toegewezen
door een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich
in het netwerk bevindt.
In bepaalde gevallen moet het IP-adres handmatig worden ingesteld. Dit wordt
een statisch IP-adres genoemd. Het wordt om beveiligingsredenen vaak vereist
in het bedrijfsintranet.
•
Toewijzing van DHCP-IP-adres: verbind uw apparaat met het netwerk
en wacht een paar minuten tot de DHCP-server een IP-adres toewijst aan
het apparaat. Druk vervolgens het netwerkconfiguratierapport af zoals
VEREISTEN
•
Ethernet 10/100 Base-TX (alleen bij de
CLP-310N, CLP-310W, CLP-315N,
CLP-315W)
•
IEEE 802.11 b/g Wireless LAN
(alleen bij de CLP-310W, CLP-315W)
•
Windows 2000/XP/2003/Vista/2008/
7/Server 2008 R2
•
Diverse Linux-besturingssystemen
•
Mac OS 10.3-10.6
•
TCP/IP
•
Standard TCP/IP
•
LPR
•
IPP/HTTP
•
Bonjour
•
DHCP
•
BOOTP
•
Verificatie : Open System, Shared
Key, WPA Personal, WPA2 Personal
(PSK)
•
Codering : WEP64, WEP128, TKIP,
AES
hierboven uitgelegd. Als uit het rapport blijkt dat het IP-adres is gewijzigd,
is de toewijzing met succes uitgevoerd. U ziet het nieuwe IP-adres in het
rapport.
•
Toewijzing van statisch IP-adres: met het programma SetIP kunt u het
IP-adres van uw computer wijzigen.
In een kantooromgeving raden we u aan contact op te nemen met een netwerk-
beheerder om dit adres voor u in te stellen.
IP-adres instellen via het programma SetIP
De volgende procedure is gebaseerd op Windows XP.
Dit programma is bedoeld voor het handmatig instellen van het IP-adres
van uw apparaat, waarbij het MAC-adres wordt gebruikt om te communiceren
met het apparaat. Het MAC-adres is een hardwareserienummer van de
netwerkinterface. U kunt het vinden in het netwerkconfiguratierapport.
•
U hoeft dit programma alleen uit te voeren als u voor uw netwerk
een statisch IP-adres moet instellen. Anders kunt u verder gaan
naar het onderdeel Het draadloze netwerk van het apparaat
configureren verderop in dit document. Als u niet zeker weet
of u een statisch IP-adres nodig hebt, vraag dit dan na bij uw
systeembeheerder of de persoon die uw lokale netwerk heeft
geïnstalleerd.
•
U kunt het programma SetIP alleen gebruiken wanneer uw apparaat
is verbonden met een netwerk of wanneer het direct is verbonden
met een pc met de crossovernetwerkkabel die bij uw apparaat
is geleverd. In de meeste gevallen raden we aan de crossover-
kabel te gebruiken. U wordt na een tijdje gevraagd deze kabel
aan te sluiten.
Het programma installeren
1. Plaats de cd-rom met printersoftware die werd meegeleverd bij uw
apparaat. Wanneer de stuurprogramma-cd automatisch wordt gestart,
sluit u dat venster.
2. Start een webbrowser zoals Internet Explorer en open het station X.
(X staat voor de letter die aan het cd-romstation is toegewezen.)
3. Dubbelklik op Application > SetIP.
4. Dubbelklik op Setup.exe om dit programma te installeren.
5. Klik op OK. Selecteer desgewenst een taal in de keuzelijst.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Het programma starten
1. Sluit het apparaat met de crossovernetwerkkabel op uw computer aan.
2. Schakel de firewall van de computer tijdelijk uit voordat u doorgaat.
U doet dit als volgt:
Windows XP
•
Open het
Configuratiescherm.
•
Dubbelklik op
Beveiligingscentrum.
•
Klik op Windows Firewall.
•
Schakel de firewall uit.
3. Selecteer in het menu Start van Windows Alle programma's >
Samsung Network Printer Utilities > SetIP > SetIP.
4. Klik op het pictogram
(derde van links) in het venster SetIP om het
TCP/IP-configuratievenster te openen.
Macintosh OS
•
Open de System
Preferences.
•
Klik op Sharing.
•
Klik op het menu Firewall.
•
Schakel de firewall uit.
Aan de slag_21