5. Voer in het configuratievenster de nieuwe informatie van het apparaat
als volgt in:
•
MAC Address: zoek het MAC-adres van het apparaat in het netwerk-
configuratierapport en voer dit in zonder de dubbele punten.
Voorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt 0015992951A8.
Het MAC-adres is een hardwareserienummer van de netwerk-
interface van het apparaat. U kunt het vinden in het netwerk-
configuratierapport.
•
IP Address: voer een nieuw IP-adres in voor uw printer. Dit is hetzelfde
adres als het IP-adres van de computer, met uitzondering van het
laatste getal.
Voorbeeld: als het IP-adres van uw computer 192.168.1.150 is, voer
dan 192.168.1.X in. (X is een getal tussen 1 en 254 en is anders dan
het getal uit het adres van de computer.)
•
Subnet Mask: voer hier precies dezelfde waarde in als het subnetmasker
van de computer.
•
Default Gateway: voer hier precies dezelfde waarde in als de standaard-
gateway van de computer.
6. Klik achtereenvolgens op Apply en OK. Het configuratierapport wordt
automatisch afgedrukt. Controleer of alle instellingen juist zijn.
7. Klik op Exit om het programma SetIP af te sluiten.
8. Schakel de firewall van de computer eventueel weer in.
Instelling netwerkparameters
U kunt de netwerkinstellingen ook invoeren via de netwerkbeheerprogramma's.
•
SyncThru™ Web Admin Service: een via internet functionerend afdruk-
beheersysteem voor netwerkbeheerders. Met SyncThru™ Web Admin
Service kunt u de netwerkapparatuur op een efficiënte manier beheren
en kunt u netwerkapparaten op afstand controleren en problemen
oplossen vanaf iedere plek waar men toegang heeft tot het bedrijfsnetwerk
via het internet. U kunt dit programma downloaden van
http://solution.samsungprinter.com.
•
SyncThru™ Web Service: een in de netwerkafdrukserver geïntegreerde
webserver om: (A) netwerkparameters voor het apparaat te configureren,
zodat u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen;
(B) apparaatinstellingen aan te passen.
22_Aan de slag
De stuurprogrammasoftware installeren
U moet het printerstuurprogramma installeren voordat u kunt afdrukken.
De software bestaat uit stuurprogramma's, toepassingen en andere
gebruiksvriendelijke programma's.
De volgende procedure is gebaseerd op Windows XP. De procedure
die u moet volgen en het pop-upvenster dat verschijnt tijdens de installatie,
kunnen verschillen afhankelijk van het besturingssysteem, apparaat-
functies of de interface die wordt gebruikt.
Controleer of de netwerkinstellingen voor het apparaat zijn voltooid.
(Zie "Het netwerk installeren" op pagina 20.) Sluit alle toepassingen op uw
computer voordat u met de installatie begint.
Als de methode voor toewijzing van het IP-adres DHCP is en het IP-adres
kan worden gewijzigd wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, raden
we u aan het programma Bonjour te gebruiken. Ga naar
http://developer.apple.com/networking/bonjour/download/, selecteer het
programma Bonjour voor Windows voor het besturingssysteem van uw
computer en installeer het programma. Wanneer u werkt met Mac OS X,
is dit programma mogelijk al geïnstalleerd op uw pc. Met dit programma
kunt u de netwerkparameters automatisch instellen. Dit programma
Bonjour ondersteunt geen Linux.
Volg de onderstaande stappen als het IP-adres statisch wordt toegewezen.
1. Plaats de cd-rom met printersoftware in het cd-romstation van de computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster weergegeven.
2. Klik op Volgende.
•
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het cd-
romstation. Klik vervolgens op OK.
•
Als u Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2
gebruikt, klikt u op Start > Alle programma's > Accessoires >
Uitvoeren en typt u X:\Setup.exe.
•
Het installatievenster kan er enigszins anders uitzien als u het
stuurprogramma opnieuw installeert.
•
View User's Guide: biedt u de mogelijkheid om de gebruiker-
shandleiding te bekijken. Als Adobe Acrobat niet op uw computer
is geïnstalleerd, klikt u op deze optie om Adobe Acrobat Reader
automatisch te installeren.
3. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik vervolgens
op Volgende.
4. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer
in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende.
•
Als uw apparaat niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken
om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen.
om uw apparaat aan het netwerk toe te voegen. Als u het apparaat
aan het netwerk wilt toevoegen, moet u de poortnaam en het
IP-adres voor het apparaat invoeren.
•
U kunt het IP-adres of het MAC-adres van uw apparaat controleren
door een pagina van het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
5. Nadat de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of
u een testpagina wilt afdrukken en of u zich wilt registreren als gebruiker
van een Samsung-apparaat, zodat Samsung u hierover informatie kan
toesturen. Als u dit wilt, schakel dan het desbetreffende selectievakje in
en klik op Voltooien.
Als uw apparaat na de installatie niet naar behoren werkt, controleert
u de netwerkinstellingen. Probeer het printerstuurprogramma opnieuw
te installeren.