Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
TYPE
AFDRUKMA-
TERIAAL
•
Of enveloppen naar behoren worden bedrukt, is
Enveloppen
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen.
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de
volgende factoren:
- Gewicht: het gewicht van het enveloppenpapier
mag niet meer dan 90 g/m
een papierstoring optreden.
- Ontwerp: voor het afdrukken moeten de
enveloppen plat worden gelegd. Ze mogen niet
meer dan 6 mm omkrullen en ze mogen geen
lucht bevatten.
- Toestand: de enveloppen mogen niet gekreukt,
gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
- Temperatuur: u moet enveloppen gebruiken die
bestand zijn tegen de hitte en druk die tijdens het
afdrukproces in het apparaat ontstaan.
•
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met
scherpe vouwen.
•
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
•
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes,
knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding,
zelfklevende sluitingen of andere synthetische
materialen.
•
Gebruik geen beschadigde enveloppen of
enveloppen van slechte kwaliteit.
•
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de
envelop helemaal doorloopt tot in de hoek.
•
Enveloppen met een verwijderbare strip of met
meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten
van een kleefmiddel zijn voorzien dat 0,1 seconde
lang de fixeertemperatuur van het apparaat kan
weerstaan. Raadpleeg de specificaties van uw
apparaat voor de fixeertemperatuur (zie pagina 55).
De extra kleppen en strips kunnen kreuken,
scheuren en papierstoringen veroorzaken, en
kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen.
•
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges
niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
•
Druk niet af op de plaats waar de naden van de
envelop samenkomen.
RICHTLIJNEN
2
bedragen, anders kan
1
Aanvaardbaar
2
Onaanvaardbaar
TYPE
AFDRUKMA-
TERIAAL
•
Om beschadigingen aan het apparaat te
Etiketten
voorkomen, gebruikt u bij voorkeur alleen etiketten
voor laserprinters.
- Bij de keuze van etiketten dient u rekening te
houden met de volgende factoren:
- Kleefstoffen: het kleefmiddel moet stabiel zijn bij
de fixeertemperatuur van het apparaat.
Raadpleeg de specificaties van uw apparaat voor
de fixeertemperatuur (zie pagina 55).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarbij
tussen de etiketten het rugvel niet blootligt. Bij
etiketvellen met ruimte tussen de etiketten
kunnen de etiketten loskomen van de rugvel. Dit
kan ernstige papierstoringen veroorzaken.
- Krul: voor het afdrukken moeten de etiketten plat
worden gelegd en mogen ze niet meer dan
13 mm omkrullen.
- Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt
zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het
rugvel.
•
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend
materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen
ertoe leiden dat etiketten tijdens het afdrukken
loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook
kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat
beschadigd raken.
•
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat.
De klevende achterzijde mag slechts een keer door
het apparaat worden gevoerd.
•
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel,
blaasjes vertonen, gekreukt of anderszins
beschadigd zijn.
•
Druk niet af op afdrukmateriaal smaller dan 76 mm
Kaarten of
of korter dan 356 mm.
materiaal van
•
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten
afwijkende
minste 6,4 mm van de rand van het materiaal.
grootte
•
Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met
Voorbedrukt
hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of
papier
gevaarlijke stoffen afgeeft wanneer hij gedurende
0,1 seconde wordt blootgesteld aan de
fixeertemperatuur van de printer. Raadpleeg de
specificaties van uw apparaat om de
fixeertemperatuur te kennen (zie pagina 55).
•
De inkt van het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn
en mag de printerrollen niet aantasten.
•
Formulieren en papier met briefhoofd moeten in een
vochtbestendige verpakking worden bewaard om
aantasting tijdens de opslagperiode te voorkomen.
•
Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals
formulieren of papier met briefhoofd, moet u
controleren of de inkt op het papier droog is. Natte
inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het
voorbedrukte papier en de afdrukkwaliteit
verminderen.
Het gebruiken van fotopapier of gecoat paper kan problemen
veroorzaken die reparaties vereisen. Zulke reparaties vallen niet
onder de garantie of onderhoudscontracten van Samsung.
Afdrukmateriaal selecteren en plaatsen_33
RICHTLIJNEN