Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Is Normaal Dat Voor Een Dvd Met Dolby; Nachtfunctie; Opnemen; Aanpassen Uitgangsniveaus - Harman Kardon AVR 132 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
vangen. Het is belangrijk op te merken dat hoe-
wel bijvoorbeeld naar Dolby Digital verwezen
wordt als een '5.1' systeem, niet alle Dolby
Digital DVD of audionummers op een DVD of
ander Dolby Digital materiaal gecodeerd zijn voor

5.1. Het is normaal dat voor een DVD met Dolby

Digital geluid alleen de 'L' en 'R' indicaties indi-
caties oplichten.
OPMERKING: Veel DVD's zijn opgenomen met
zowel een '5.1' als een '2.0' versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de '2.0' versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste discs geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool
op de hoes. Wanneer een disc meerdere syste-
men aanbiedt, zullen wellicht instellingen van de
DVD-speler veranderd moeten worden (meestal
via 'Audio Select' of vie een menu op de disc) om
een compleet 5.1 signaal naar de AVR te zenden,
of het gewenste geluid en de juiste taal te kiezen
('2.0' audionummers kunnen afgespeeld worden
met alle Pro Logic II functies, zie Dolby Digital op
pagina 26). Het is ook mogelijk dat het type sig-
naal verandert tijdens het afspelen van een DVD.
In sommige gevallen zullen de voorbeelden van
speciaal materiaal in 2.0 audio opgenomen zijn,
terwijl het hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1
audio. Zolang uw DVD-speler is ingesteld op 6-
kanaals uitgangssignaal zal de AVR automatisch
de veranderingen in de bitstream en het aantal
kanalen detecteren en dit met de indicaties aan-
geven.
De letters zoals gebruikt bij de indicaties luid-
sprekers/kanaal functie 5 knipperen ook om
aan te geven wanneer een bitstream onderbro-
ken wordt. Dat gebeurt wanneer een digitale
ingang voor het afspelen gekozen is, of wanneer
een digitale bron zoals een DVD op pauze staat.
De knipperende indicaties wijzen erop dat het
afspelen is onderbroken door de afwezigheid van
een digitaal signaal en niet door een fout in de
AVR. Dit is normaal en de digitale weergave zal
hervat worden zodra het afspelen opnieuw
gestart wordt.
26 BEDIENING

Nachtfunctie

Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen volle-
dig verstaanbaar af te spelen, maar met beperkte
maximale piekniveaus, terwijl de zwakke signalen
1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Zo wordt verme-
den dat abrupt luide overgangen anderen storen,
zonder de impact van de digitale bron te beper-
ken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar wan-
neer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nachtfunc-
tie A op de afstandsbediening. Druk vervolgens
C om de gematigde of de volledige
op
/
¤
compressie (medium of full) van de nachtfunctie te
kiezen. Om de nachtfunctie uit te schakelen drukt
C tot de aanwijzing onderin de video
u op
/
¤
display en de display F
D-RANGE OFF
De nachtfunctie kan ook gekozen worden om
altijd op dat compressieniveau te zijn, zodra de
Dolby Digital functie wordt geactiveerd via de
opties in het nachtfunctie menu. Zie pagina 19
voor nadere informatie over het gebruik van deze
optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie 5 zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weer-
gave terugkeren.
2. Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD's en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk dat
sommige toekomstige digitale formaten niet door
de AVR verwerkt kunnen worden.
3. Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma's en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het gebruikte type digitaal surround
signaal dat gecodeerd is en stelt zichzelf daar
op in.
4. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
is het mogelijk dat u onder bepaalde omstandig-
heden enkele van de analoge surroundfuncties
niet kunt kiezen, zoals Dolby Pro Logic II, Dolby
3, Stereo, Hall, Theater, 5-kanaals Stereo of Logic
7, tenzij u gebruik maakt van speciale audionum-
mers (zie indicatie 'Dolby Digital' op de voor-
gaande pagina) of gekozen data formaat (zie
'PCM' op voorgaande pagina).
5. Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan geen analoge opname worden gemaakt via de
Tape uitgangen 1 of Video 1 4 uitgangen,
wanneer de bron alleen is verbonden met een digi-
tale ingang op de AVR. Maar het analoge tweeka-
naals signaal van die bron, de 'mixdown' naar
Stereo of Dolby Surround, kan worden opgenomen
door de analoge audio uitgangen met de juiste
analoge ingangen (DVD bijvoorbeeld) van de AVR,
ook wanneer de digitale ingang van de AVR
gekozen blijft. Bovendien worden de digitale signa-
len worden doorgegeven naar de digitale audio
uitgangen 8.

Opnemen

Bij normaal gebruik worden de audio en video sig-
nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn
gekozen door gestuurd naar de opname uitgan-
gen. Dat betekent dat elk programma waar u naar
kijkt of luistert simpelweg kan worden opgeno-
men door recorders aan te sluiten op de uitgan-
gen Tape Outputs 1 of Video 1 4.
.

Aanpassen uitgangsniveaus

Het normale weergaveniveau van de AVR wordt
ingesteld met behulp van het testsignaal, als
beschreven op pagina 20. In sommige gevallen is
het wenselijk de weergaveniveaus aan te passen
met programmamateriaal waarmee u vertrouwd
bent. Bovendien kan het niveau van de subwoof-
er alleen via deze procedure gecorrigeerd wor-
den.
Om de uitgangen met behulp van program-
mamateriaal in te stellen, kiest u eerst de sur-
round functie waarvoor u de luidsprekers wilt
instellen (zie opmerking verderop), door de
gewenste ingang te kiezen, gekoppeld aan de
gewenste surround functie, start het program-
mamateriaal en stel het referentieniveau voor de
linker en rechter front luidsprekers met de
volumeregelaar (X.
Is het referentieniveau eenmaal ingesteld, druk
dan op Kanaalkeuze C en merk op dat
gedurende vijf seconden
FRONT L LEVEL
in de display F verschijnt. Om het niveau te
veranderen drukt u eerst op instellen E en ver-
volgens verlaagt of verhoogt u het niveau met
C. Gebruik hiervoor NIET de volumere-
/
¤
gelaar, daar deze de referentie zal veranderen.
Zijn de wijzigingen uitgevoerd druk dan op
instellen E en druk op
gende kanaal dat u wilt instellen te kiezen. Om
het niveau van de subwoofer in te stelle drukt u
C tot
op
WOOFER LEVEL
/
¤
display F verschijnt. Deze indicatie verschijnt
alleen wanneer de subwoofer tijdens het confi-
gureren ook was gekozen. Zie pagina 16.
C om het vol-
/
¤
in de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave