Systeemconfiguratie
Zijn de luidsprekers in de kamer eenmaal opge-
steld en aangesloten, dient het geheugen van de
systeem geconfigureerd te worden. De AVR
beschikt over twee soorten geheugens, individu-
ele geheugens die verbonden zijn met de geko-
zen ingang, b.v. surroundfuncties, en andere die
onafhankelijk zijn van de gekozen bron, zoals de
uitgangsniveaus van de luidsprekers of vertra-
gingstijden die door de surround processor
gebruikt worden.
In gebruik nemen
Schakel de AVR nu in, zodat deze laatste instel-
lingen kunnen worden uitgevoerd.
1. Steek de stekker van het netsnoer G in een
ongeschakeld stopcontact.
2. Druk op de netschakelaar 1 zodat deze
ingedrukt blijft staan. Controleer of de lichtnet-
indicatie 3 oranje wordt, ten teken dat het
apparaat in standby staat.
3. Verwijder het beschermende plastic van de
sensor op het frontpaneel. Doet u dat niet dan
kan de reikwijdte van de afstandsbediening
negatief worden beïnvloed.
4. Installeer de drie bijgeleverde AAA batterijen
in de afstandsbediening, als in de afbeelding
aangegeven. Let op de polariteit (+) en (–), die
op de bodem van het batterijvakje staat aange-
geven.
5. Schakel de AVR in door op Standby 2 te
drukken, of met de ingangskeuze ! op de
voorzijde, dan wel op de afstandsbediening op
AVR keuze 5, of op een van de toetsen
Ingangskeuze 46 te drukken. De licht-
netindicatie 3 wordt nu blauw ten teken dat
het apparaat ingeschakeld is en de display F
licht op.
Opmerking: nadat op één van de toetsen van
de ingangskeuze 4 om het apparaat in te
schakelen is gedrukt, drukt u op AVR keuze 5
om de afstandsbediening de AVR te laten bestu-
ren.
16 SYSTEEMCONFIGURATIE
Instellingen per gebruikte ingang
De AVR heeft een zeer modern geheugensysteem
waarmee verschillende instellingen gemaakt kun-
nen worden voor de luidsprekerconfiguratie, digi-
tale ingangen, surround functie, vertragingstijden
en de uitgangen voor elke ingang. Zo kunt u het
luisteren naar elke bron afzonderlijk instellen en
de AVR slaat dat in het geheugen op. Dat bete-
kent dat u verschillende surround functies en
analoge of digitale ingangen met verschillende
bronnen kunt combineren, dan wel verschillende
luidsprekerconfiguraties en wijzigingen aan het
bas management systeem en het gebruik van de
centrum luidspreker. Eenmaal ingesteld worden
deze instellingen weer geactiveerd wanneer de
ingang wordt gekozen.
De standaard af fabriek instelling voor de AVR is
alle ingangen voor een analoge bron (behalve de
DVD ingang, waarvoor de Coax Digitale
Ingang 1 9 de standaard is, met Logic 7
MUSIC als surround functie, alle luidsprekers
ingesteld op "small" (klein) en een aangesloten
subwoofer. Voordat u het apparaat in gebruik
neemt, wilt u wellicht deze instellingen voor een
aantal ingangen wijzigen, bijvoorbeeld voor een
juiste configuratie met digitale of analoge ingan-
gen, de aangesloten luidsprekers en de surround
functies die gekoppeld zijn met de ingangen.
Instelling ingang
De eerste stap bij het configureren van de AVR is
het kiezen van een ingang. Doe dat door op de
Ingangskeuze ! op de voorzijde te drukken
tot de naam van de gewenste ingang in de
display F verschijnt en een indicatie oplicht
naast de ingang van de Ingangskeuze J op
de voorzijde. De ingang kan ook worden gekozen
door op de juiste Ingangskeuze 46 op de
afstandsbediening te drukken.
De tweede stap is het koppelen van de digitale
ingang met de gekozen bron (indien nodig,
anders blijft de analoge gekozen). Druk op digi-
tale ingangskeuze F op de afstandsbedie-
ning. Binnen vijf seconden kiest u de ingang met
toetsen C op de afstandsbediening,
de
/
⁄
¤
tot de gewenste digitale of analoge ingang in de
display F verschijnt. Druk vervolgens op
instellen E om de nieuwe digitale koppeling
op te slaan. Nadatr de instelling voor een ingang
is gemaakt, herhaalt u het bovenstaande voor
alle andere ingangen. Zonodig kan zo'n koppe-
ling later weer worden veranderd; het geheugen
van de AVR onthoudt de instellingen tot ze wor-
den veranderd.
Opzet luidsprekers
In dit menu wordt vastgelegd welk type luidspre-
kers met de AVR worden gebruikt en is belang-
rijk. Dit is belangrijk omdat het bepaalt welke
luidsprekers lage frequenties (bas) krijgen en of
een Centrum luidspreker wordt gebruikt of niet,
en wel afzonderlijk per gekozen ingang. Gebruik
voor elke instelling hier de positie
LARGE
(groot) wanneer traditionele luidsprekers worden
aangesloten die geschikt zijn voor frequenties
beneden 100 Hz. Gebruik de instelling
(klein) voor kleinere, satellietachtige luidsprekers
die geen frequenties beneden 100 Hz kunnen
weergeven. Denk er aan dat bij toepassing van
kleine luidsprekers voor front links en rechts, een
subwoofer onmisbaar is voor het weergeven van
de lage frequenties. Onthoud dat elke luidspre-
keropzet die afwijkt van de standaard instelling
(zie boven) afzonderlijk en per ingang van de
AVR dient te worden ingesteld.
Bij ingeschakelde AVR volgt u onderstaande
stappen om de luidsprekers te configureren:
1. Druk op Luidspreker T op de afstandsbe-
diening. De woorden
SPEAKER SIZE
sprekergrootte) verschijnen in de display F.
2. Druk op Instellen E.
3. Wanneer
FRONT SPEAKER
display F verschijnt drukt u op Instellen E
om verder te gaan.
C op de afstandsbediening
4. Druk op
⁄
/
¤
tot
of
FRONT LARGE
FRONT SMALL
verschijnt, overeenkomend met de luidsprekers
die u voor links front en rechts front gebruikt,
conform de omschrijving hiervoor.
Wanneer
wordt gekozen, zullen de lage
SMALL
tonen voor de front kanalen alleen naar de sub-
wooferuitgang gestuurd worden. Denk er aan
dat bij deze instelling en zonder een subwoofer
geen lage tonen van de front kanalen hoorbaar
zullen zijn. Deze instelling is niet beschikbaar bij
stereo om een zo zuiver mogelijke weergave van
de DSP's te garanderen.
Wordt
gekozen, dan wordt een full-
LARGE
range signaal naar de linker en rechter front
kanalen gestuurd. Afhankelijk van de configuratie
van de subwoofer (zie verderop), kan het laag
voor front links en rechts ook naar een subwoof-
er worden gestuurd.
Belangrijk: bij gebruik van een luidsprekerset
met twee front satellieten en een passieve sub-
woofer, aangesloten op de front luidspreke-
ruitgangen C, dan dienen de front luidspre-
kers ingesteld worden op
LARGE
5. Als u uw selectie voor het frontkanaal heeft
voltooid, drukt u op de insteltoets E, en ver-
toetsen C op de afstands-
volgens op de
⁄
/
¤
bediening om het display te veranderen in
.
CENTER SPEAKER
6. Druk opnieuw op de insteltoets E en
toetsen C op de afstandsbe-
gebruik de
⁄
/
¤
diening, om de optie te selecteren die het beste
uw systeem beschrijft dat gebaseerd is op de
definities van de middelste speaker die weerge-
geven zijn in de vorige sectie.
SMALL
(luid-
in de
.