Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Systeemconfiguratie
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het dyna-
misch bereik en de verstaanbaarheid van het film-
geluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Denk er aan dat de nachtfunctie alleen beschik-
baar is bij de Dolby Digital surroundfunctie.
Om de nachtfunctie in te stellen drukt u op
ingangskeuze ! op de voorzijde of op 4
op de afstandsbediening en u kiest de ingang die
is gekoppeld aan de digitale ingang en de Dolby
Digital surroundfunctie.
Druk vervolgens op nachtfunctie A op de
afstandsbediening. Zodra op deze toets wordt
gedrukt verschijnt
(Dynamic Range
D-RANGE
- dynamisch bereik) gevolgd door de huidige
instelling (MID, MAX, OFF) in de display F.
Druk binnen vijf seconden op
/
¤
gewenste instelling te kiezen:
(uit): wanneer OFF (uit) in de display ver-
OFF
schijnt is de nachtfunctie uitgeschakeld.
(medium): wanneer MID (medium) in de
MID
display staat, wordt een geringe compressie toe-
gepast.
: wanneer MAX in de display staat, wordt
MAX
maximale compressie toegepast.
Wanneer u de nachtfunctie wilt gebruiken, raden
wij u aan de MID (medium) instelling als uit-
gangspunt te gebruiken en later zonodig op
MAX over te schakelen.
Instellen uitgangsniveau
Het instellen van de uitgangsniveaus is een
belangrijk onderdeel van het configuratieproces
bij een surround sound product. Het is in het bij-
zonder belangrijk bij een Dolby Digital ontvanger
als de AVR, aangezien de juiste uitgangssignalen
ervoor zorgen dat het filmgeluid met de juiste
richting en intensiteit wordt weergegeven.
OPMERKING: luisteraars zijn vaak onzeker over
werking van de surround kanalen. Sommigen
menen dat er altijd geluid uit alle luidsprekers
moet komen, terwijl er juist voor het merendeel
van de tijd weinig of geen geluid uit de surround
kanalen komt. Dat komt omdat ze alleen
gebruikt worden wanneer een regisseur of
geluidstechnicus daar specifiek een geluid toe-
voegt om een klankbeeld te creëren, een geluids-
effect of een actie te laten bewegen van het
front van de kamer naar de achterzijde. Wanneer
de uitgangsniveaus correct zijn ingesteld, is het
C om de
normaal dat de surround luidsprekers slechts zo
nu en dan actief zijn. Het volume van de achter
luidsprekers extra verhogen kan juist de illusie
van een omringend klankbeeld teniet doen, in
afwijking van de manier waarop het geluid in
een bioscoop of concertzaal wordt ervaren.
BELANGRIJK: Het uitgangsniveau kan apart
worden ingesteld voor elke digitale en analoge
surround functie. Daarmee kunnen niveauver-
schillen tussen de luidsprekers gecompenseerd
worden, en tevens kunnen verschillen afhankelijk
van de gekozen surround functie, of het niveau
van bepaalde luidsprekers naar eigen inzicht ver-
hoogd of verlaagd worden, afhankelijk van de
gekozen surround functie. Denk er aan dat instel-
lingen voor elke surround functie effectief zullen
zijn voor alle ingangen die gekoppeld zijn aan
die surround functie.
Voor het instellen van de uitgangsniveaus er voor
zorgen dat alle luidsprekers correct zijn aan-
gesloten.
Voor een gemakkelijke opzet volgt u onderstaan-
de aanwijzingen vanuit de meest gebruikte luis-
terpositie:
1. Controleer of alle luidsprekers op de juiste
manier zijn geconfigureerd op LARGE en
SMALL als eerder beschreven en schakel zono-
dig de in-beeld display uit.
2. Stel het volume zo in dat
geven, als aangegeven in de in-beeld display
en de display F.
Om de uitgangen te kalibreren en in te stellen
gaat u als volgt te werk. Het is verstandig voor
een optimale instellig, deze te doen vanaf uw
favoriete luisterpositie. Daar de instellingen voor
elke surround functie gemaakt moeten worden,
is het aan te bevelen een ingang te kiezen die
gekoppeld is aan een willekeurige Dolby Pro
Logic II functie, daarvoor de instellingen te
maken en dan alle ingangen die u gebruikt langs
te lopen en de daaraan gekoppelde surround-
functies. Herhaal zonodig de instellingen voor
een nog niet ingestelde surroundfunctie.
1. Kies een willekeurige ingang die is gekoppeld
aan een Dolby Pro Logic II surround functie
door op Ingangen ! 4 te drukken tot de
Pro Logic Surround indicatie $ in de dis-
play oplicht.
2. Druk op testsignaal 7. De aanduiding
TEST-T F L 0DB
display F.
3. Het testsignaal rouleert dan met de klok mee
en blijft twee seconden op elke luidspreker
staan. Tijdens het rouleren lichten de indicaties
,
,
FL
C
Front Right, Surround Right, Surround Left) in
de display F op. Als een extra indicatie tij-
dens het rouleren wordt de juiste positie ook
aangegeven via de luidspreker/
kanaalfunctie 5 met een knipperende let-
ter voor het kanaal. Draai nu het volume wat
hoger tot u het signaal goed kunt horen.
BELANGRIJK: omdat dit testsignaal een veel
lager niveau heeft dan normale muziek dient u
het volume, na de instelling van alle kanalen,
terug te nemen, maar voordat u het testsignaal
uitschakelt.
BELANGRIJK: het is verstandig om eerst te con-
troleren of alle luidsprekers correct zijn aangeslo-
ten. Luister tijdens het rouleren of het geluid uit
de luidspreker komt die in de display wordt aan-
gegeven. Is dat NIET het geval schakel de AVR
dan met de netschakelaar 1 uit en controleer
de aansluitingen van desbetreffende luidspreker.
wordt aange-
15
verschijnt in de
,
,
(Front Left, Center,
FR
SR
SL
SYSTEEMCONFIGURATIE 19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave