Daarmee is het filament geplaatst.
Druk twee keer op pijltjestoets "links" om terug te gaan naar het
hoofdmenu.
Belangrijk! Bij de tweede extruder moet u beslist extruder 1 als actie-
ve extruder kiezen. U kunt het filament ook plaatsen met de functie
"Load Filament".
c) Filament verwijderen en vervangen
Houd het filament vast als het uit de extruder naar buiten komt. Anders kan het wegspringen en letsel veroorzaken. Bovendien kun-
nen dan de buitenste lagen van de filament-rol losraken en kan het filament in de knoop raken.
Filament verwijderen
Ga voor filament verwijderen net zo te werk als bij filament plaatsen. Kies in het menu "Extruder" echter niet "Load Filament" maar "Unload
Filament".
De actieve extruder wordt automatisch opgewarmd. Even later komt het filament uit de extruder.
U kunt dit natuurlijk ook handmatig doen. Gebruik daarvoor als de extruder warm is, de toets "Filament-toevoer -" (4).
Filament wisselen
Ga bij filament wisselen net zo te werk. Verwijder het filament ("Unload Filament") en plaats vervolgens het nieuwe filament ("Load Filament").
Als u de procedure handmatig uitvoert, kunt u, direct nadat u het oude filament heeft verwijderd, het nieuwe filament plaatsen.
Ongeacht of u de functie "Load Filament" gebruikt of het filament met behulp van de toevoer-toetsen in de extruder brengt, u moet
er altijd op letten dat de uitstroom van het filament uit de spuitmond en de aandrukkracht van de kogellagerhouder voor beide extru-
ders gelijk is.
91