Filament Settings
(1) Hier voert u de diameter van het filament en de tolerantie ervan in, zoals opgegeven door de fabrikant. Als u geen gegevens van de fabri-
kant heeft, kunt u de waarden ook opmeten met een schuifmaat (meet 1 meter filament op 10 plaatsen op en neem het gemiddelde).
(2) Temperatuur van de extruder en de verwarmingsplaat, gescheiden voor de eerste en alle andere lagen.
Neem de aanbevolen waarden van de fabrikant in acht!
De optimale waarden variëren sterk per fabrikant. Maak daarom op basis van de standaardinstellingen een aantal proefprints voor
de optimale printkwaliteit. Verander de temperatuur daarbij in stappen van 5 °C en vergelijk het resultaat. De eerste laag moet altijd
wat heter geprint worden voor een betere hechting aan de verwarmingsplaat.
(1) U kunt kiezen tussen automatische koeling of continubedrijf van de ventilator bij de extruders.
(2) Ventilatorsnelheid instellen.
112
1
2
1
2