Methode 3:
Als de vorige procedure ook niet het gewenste resultaat had, warm de extruder dan op tot printtemperatuur (PLA = 230 °C, ABS = 270 °C).
Als de temperatuur is bereikt, laat dan wat filament extruderen.
Laat vervolgens de extruder afkoelen. Bij PLA tot ca. 90-110 °C en bij ABS tot ca. 110-130 °C. De juiste temperatuur hangt sterk af van het
gebruikte filament. Herhaal de procedure zo nodig voor verschillende temperaturen.
Als de temperatuur is bereikt, zet de printer dan uit en trek het filament vlot met de hand in één beweging naar boven uit de extruder. Aan het
einde van het filament moet een punt zitten die overeenkomt met de inwendige vorm van de spuitmond.
U kunt deze methode ook gebruiken om al het filament uit de extruder te verwijderen, bijvoorbeeld wanneer u een Heat Bed Scan
wilt uitvoeren.
Het is in dit verband aan te raden om de spuitmond tijdens het afkoelen geregeld met theedoek af te vegen.
Verwarmingsplaat reinigen
Let op: verbrandingsgevaar. Laat de verwarmingsplaat afkoelen voordat u deze schoonmaakt.
Reinig en ontvet de verwarmingsplaat na het printen telkens grondig met een zachte doek en wat aceton.
c) Zekering vervangen
Als u de zekering moet vervangen, gebruik dan uitsluitend een zekering van hetzelfde type en dezelfde sterkte (zie technische gegevens).
Het is niet toegestaan zekeringen te repareren of te overbruggen.
• Trek de stekker uit het stopcontact en trek het netsnoer uit de netaansluiting/schakelaar-combinatie achterop het apparaat.
• Wip met een geschikte schroevendraaier voorzichtig de zekeringhouder uit de netaansluiting/schakelaar-combinatie.
• Verwijder de defecte zekering en vervang deze door een zekering van het aangegeven type.
• Steek de zekeringhouder met de nieuwe zekering weer voorzichtig in de netaansluiting/schakelaar-combinatie.
• Sluit daarna het apparaat weer aan op het stroomnet en neem het weer in gebruik.
132