d) Temperatuur verwarmingsplaat corrigeren
U kunt in de firmware de temperatuur van de verwarmingsplaat aanpassen. U meet hiervoor bij verschillende temperatuurinstellingen de daad-
werkelijke temperatuur aan het oppervlak van de verwarmingsplaat. De gemeten temperaturen voert u vervolgens weer in in de firmware. Zo
kan de printer de temperatuur automatisch aanpassen.
Controleer, voordat u begint, of er een nieuwe versie van de firmware beschikbaar is. Als dat het geval is, download en unzip deze
dan en installeer de firmware op de printer. Raadpleeg hiervoor hoofdstuk "20. Firmware-update".
• In de firmware zijn 6 temperaturen gedefinieerd: 60, 80, 100, 120, 140 en 160 °C.
• Stel als eerste de temperatuur op de printer in op 60 °C.
Als de temperatuur is bereikt, wacht dan nog minstens 10 minuten totdat de verwarmingsplaat door en door warm is en de tempera-
tuur stabiel is.
• Meet op verschillende plaatsen de temperatuur van de verwarmingsplaat.
Raak tijdens het meten de heteverwarmingsplaat niet aan! Verbrandingsgevaar!
Gebruik een geschikt meettoestel. We raden een infraroodcamera of een thermometer met oppervlaktesensor (NiCr-Ni of K-Perle) aan.
• Neem het gemiddelde van de verschillende meetwaarden.
• Stel de temperatuur vervolgens in op 80 °C en herhaal het geheel. Doe dit ook voor 100, 120, 140 en 160 °C.
• Als u alle temperaturen heeft bepaald, open dan, zoals beschreven in hoofdstuk "20. Firmware-update", de firmware op uw computer.
• Vergroot het Arduino-programmavenster tot maximale grootte.
• Ga naar de tab "RF2000.h" (1 in onderstaande afbeelding) en vervolgens ongeveer naar regel 582 (kan per firmware-versie enigszins afwij-
ken).
4
• De regel "#define BED_SETPOINT_TEMPERATURES {60, 80, 100, 120, 140, 160}" (2) definieert de setpoints.
Dat zijn de temperaturen die op de printer worden ingesteld en, als alles goed gaat, ook daadwerkelijk gerealiseerd worden op de bovenkant
van de verwarmingsplaat.
• De regel "#define BED_MEASURED_TEMPERATURES {58, 76, 94, 112, 130, 150}" (3) definieert de setpoints. Deze temperaturen zijn in
de fabriek al enigszins aangepast.
• Vervang de waarden in deze regel (3) met de waarden die u gemeten heeft. De printer weet dan dat als de temperatuur ingesteld wordt op
120 °C, de verwarmingsplaat in werkelijkheid slechts 112 °C wordt en kan de temperatuur aan de hand daarvan bijregelen.
De gemeten waarden kunnen natuurlijk lager (zoals in het voorbeeld) of hoger zijn dan ingesteld.
• Als u alle waarden heeft aangepast, druk dan op de knop met de pijl naar beneden (4). Daarmee slaat u de wijzigingen op.
• Vervolgens moet u de gewijzigde software nog naar de printer uploaden. Raadpleeg ook hiervoor hoofdstuk "20. Firmware-update".
2
3
1
127