b) Filament plaatsen via het menu op de printer
Als u het filament wilt plaatsen, verwijderen of verwisselen, moet u de desbetreffende extruder opwarmen, zodat u het filament recht in de
extruder kunt plaatsen of verwijderen.
Raak tijdens het plaatsen, verwijderen of verwisselen van het filament de hete extruder-spuitmond niet aan! Verbrandingsgevaar!
Wacht voordat u het filament handmatig plaatst, verwijdert of verwisselt, altijd tot de extruder op temperatuur is en laat deze vervol-
gens nog een minuut doorverwarmen. Anders kan de extruder breken.
Tijdens het opwarmen kan er enige rook of damp ontstaan. Dat is normaal. Zorg voor voldoende ventilatie.
Linkse extruder (extruder 0)
Druk in het hoofdmenu op OK (2).
Druk op OK.
Druk op OK.
Belangrijk! Bij de menu-optie "Active Extruder" moet in beslist een "0"
staan. Alleen dan is de linkse extruder actief.
Rechtse extruder (extruder 1)
De hieronder beschreven manier om het filament te plaatsen is een alternatief voor de hiervoor besproken methode. U kunt het fila-
ment natuurlijk in beide extruders op beide manieren plaatsen.
Druk in het hoofdmenu op OK .
Kies met de pijltjestoetsen (1) "Extruder".
Ga met de pijltjestoetsen naar "Load Filament".
De printer warmt nu automatisch de actieve extruder op (na opstar-
ten is altijd de linkse extruder, extruder 0, actief). Als de temperatuur
het ingestelde setpoint heeft bereikt, wordt het filament naar binnen
getrokken.
Deze procedure wordt na enige tijd automatisch beëindigd en de ver-
warming van de extruder wordt uitgeschakeld.
Kies met de pijltjestoetsen "Extruder".
89