Druk op OK.
Druk op OK. Kies als actieve extruder de tweede (Extruder 1).
Druk op OK.
Druk op OK.
Wacht tot de extruder volledig is opgewarmd.
Druk dan op de toets Filament-toevoer + (4) om het filament naar
binnen te laten trekken en te laten spuiten.
90
Ga met de pijltjestoetsen naar "Active Extruder".
Ga met de pijltjestoetsen naar menu-optie "Temp. 1".
Stel met de pijltjestoetsen 200 - 230 °C (bijvoorbeeld voor PLA) in.
Druk twee keer op pijltjestoets "links" om terug te gaan naar het
hoofdmenu.
Als het filament geplaatst is, ga dan in het menu naar "Extruder" en
kies "Extruder 1 off".
Druk op OK om de verwarming van de extruder uit te schakelen.