2
Veiligheid
2.1
Algemene veiligheidsinstructies
De handleidingen van de installatie en installatieonderdelen alsmede de onderhouds- en overdrachtsprotocollen moeten bij
de installatie beschikbaar worden gehouden.
Bij de installatie, het gebruik, het onderhoud of de reparatie van de installatie moeten de ongevalpreventievoorschriften, de
in aanmerking komende normen en richtlijnen alsmede de voorschriften van de plaatselijke nutsbedrijven in acht worden
genomen.
WAARSCHUWING
Spanningvoerende onderdelen!
Bij werkzaamheden aan de elektrische bekabeling en aansluitingen het onderstaande in acht nemen:
Voor alle elektrische werkzaamheden gelden de nationale veiligheidsvoorschriften.
De installatie moet via een lekstroomvoorziening (RCD) met een nominale lekstroom van niet meer dan 30 mA
worden gevoed.
VOORZICHTIG
Houd vanwege de verkeersveiligheid rekening met de statische belasting. Voor inbouw in een schacht met belas-
tingsklasse D is een lastverdeelplaat van gewapend beton vereist.
Bepaal de vereiste belastingsklasse en statische berekening aan de hand van de omgevings-/gebruiksomstan-
digheden.
Vraag bij de KESSEL-hotline een passend wapeningsplan aan.
LET OP
Installatie vrijschakelen!
Zorgen dat de elektrische onderdelen tijdens de werkzaamheden van de voedingsspanning zijn losgekoppeld.
Zorg dat elektrische apparaten niet opnieuw kunnen worden ingeschakeld.
Gebruik voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen!
Gebruik bij de inbouw en onderhoud van de installatie altijd beschermingsmiddelen.
Beschermende kleding
Veiligheidshandschoenen
Veiligheidsschoenen
Gezichtsbescherming
GEVAAR
Als de installatie in een schacht is ingebouwd, moeten maatregelen voor het voorkomen van ongelukken worden
genomen (zoals het meten van giftige stoffen en eventueel mechanisch ventileren van de schacht, veiligheidsrie-
men en -personeel en driepoten).
WAARSCHUWING
Beschermen tegen onbevoegd gebruik!
Pompen kunnen onverwachts starten.
De besturingskast moet in een afsluitbare buitenkast of een niet openbaar toegankelijke ruimte worden geplaatst.
Zorg dat de elektriciteitskabels en alle elektrische installatieonderdelen in perfecte staat verkeren. Bij beschadigingen mag
de installatie in geen geval in bedrijf worden genomen, of moet zij direct worden uitgezet.
WAARSCHUWING
Gevaar door overspanning!
Installaties mogen alleen worden gebruikt in gebouwen die beschikken over een overspanningsafleider (bijv. een
overspanningsafleider type 2 volgens de VDE). Ruisspanning kan de elektrische onderdelen ernstig beschadigen
en ervoor zorgen dat de installatie uitvalt.
VOORZICHTIG
Hete oppervlakten!
De aandrijfmotor kan tijdens het bedrijf een hoge temperatuur ontwikkelen.
Veiligheidshandschoenen dragen!
WAARSCHUWING
Transportrisico/eigengewicht van de installatie!
Gewicht van de installatie/installatieonderdelen controleren (zie "Technische gegevens", pagina 93).
Let op het correct tillen en de ergonomie.
Niemand mag zich onder een zwevende lading bevinden.
De afdekplaat mag alleen vastgesnoerd op de pallet worden getransporteerd.
010-694
Terugstuwpompinstallatie / Inbouw- en bedieningshandleiding
89 / 136