Storingen, wat te doen?
nl
De indicatie knippert, het alarmsignaal klinkt en toets T brandt.
De deur van het apparaat is open.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt.
Er zijn grote hoeveelheden verse levensmiddelen opgesla-
gen.
Indicatie brandt.
De temperatuur in het vriesvak was te hoog.
Het apparaat koelt niet, de indicatie en verlichting branden.
Presentatielicht ingeschakeld.
Automatisch snel invriezen schakelt niet in.
Het is te warm of koud in het verskoelvak.
De standaardinstelling is te hoog of te laag ingesteld (bijv. bij
vorst in het verskoelvak).
--------
114
Toets T indrukken. Het alarm is uitgeschakeld.
Apparaatdeur sluiten.
De beluchtings- en ontluchtingsopeningen vrijmaken.
Max. invriescapaciteit niet overschrijden.
Na het indrukken van de toets T wordt gedurende vijf secon-
den de warmste temperatuur aangegeven die in het vriesvak
heeft geheerst. Toets T indrukken. De indicatie knippert niet
meer.
Zelftest starten.
"Zelftest apparaat" op pagina 115
~
Na afloop van het programma schakelt het apparaat weer
over op het normale gebruik.
Het apparaat beslist zelfstandig of het automatische snel
invriezen nodig is en schakelt deze functie automatisch in of
uit.
U kunt de temperatuur in het verskoelvak 3 standen warmer
of kouder instellen. Als de temperatuur in het koelvak op
stand 0 is ingesteld, heeft het verskoelvak een temperatuur
van omstreeks 0 °C.
1 Toets Û Vriesvak indrukken en ingedrukt houden totdat
de indicatie Temperatuur koelvak knippert.
2 Toets –/+ indrukken om de instelling te wijzigen.
Stand –3 is de koudste instelling.
Stand +3 is de warmste instelling.
Na een minuut wordt de ingestelde stand opgeslagen.