STaP Vier
– Nadat u 'Continue' heeft gekozen start de test. Houd u stil
tijdens de EzSet/EQ II configuratie.
Terwijl het EzSet/EQ II systeem elke luidspreker test, verschijnt de
positie ervan in beeld. Wanneer u het signaal hoort uit een andere
luidspreker dan wordt aangegeven, schakel de AVR dan uit, controleer de
luidsprekerverbindingen en begin opnieuw.
Wanneer de luidspreker detectie test is voltooid, kiest u de optie Continue.
Het resultaat wordt aangegeven, samen met deze opties:
•
De Retest optie herhaalt het EzSet/EQ II proces. Verhoog het volume
met de hand wanneer sommige luidsprekers niet duidelijk werden
gedetecteerd.
•
Kies Cancel (vervallen) om naar het Speaker Setup menu terug te gaan.
Zie het Advanced Functions Manual op de website voor aanwijzingen hoe u
de luidsprekers zelf kunt configureren of zelf de instellingen van het EzSet/EQ
II proces kunt corrigeren.
Tijdens de Near Field test volgt u de aanwijzingen die in beeld verschijnen. U
kunt de aanwijzing krijgende microfoon ca. op een afstand van 60 cm van een
bepaalde luidspreker te houden.
Zodra de test is voltooid krijgt u de optie de EzSet/EQ II testresultaten op te
slaan in één van twee 'luisterposities' of het niet op te slaan. Het doel daarvan
is de EzSet/EQ II test te laten lopen voor twee vaak gebruikte verschillende
luisterposities in de kamer om de prestaties te optimaliseren afhankelijk van
het gebruik van de kamer.
Nadat de resultaten zijn opgeslagen, verschijnt het menu voor handinstelling
van instellingen voor de luisterpositie. Zie het Advanced Functions Manual op
de website voor aanwijzingen hoe u de luidsprekers zelf kunt instellen.
Wanneer u de resultaten niet opslaat, kunt u terug gaan en de EzSet/EQ II test
herhalen.
U kunt de instellingen voor beide luisterposities corrigeren, of de EzSet/EQ II
test herhalen vanuit het Speaker Setup menu (afbeelding 21).
Setup Bronnen
Het Info Settings menu wordt gebruikt om de juiste fysieke audio- en
videoverbindingen van elke bron toe te wijzen.
De volgende instellingen zijn niet optimaal en dienen nu gecorrigeerd te
worden voor elke bron om weergave mogelijk te maken: Video Input van
Source, Audio Input van Source en Resolution van Display (beeldscherm). De
overige instellingen kunnen later worden gemaakt.
Om het Info Settings menu op te roepen, drukt u op Info Settings (front of
afstandsbediening). Vanuit het hoofdmenu kunt u ook de regel Setup Source
kiezen en dan een bron uit het afrol menu. Een menu als dat in afbeelding 22
verschijnt.
Afbeelding 22 – Setup Source Menu
eeRSTe SeTuP
Audio Effecten: roept het Audio Effecten submenu op waarin u het Dolby
Volume kunt instellen, lage en hoge tonen en de LFE-trim, of de EzSet/EQ II
luisterpositie kunt kiezen. Deze instellingen zijn voor elke bron afzonderlijk.
Laat dit submenu in de standaard instellingen en keer er later naar terug
wanneer uw systeem fijninstelling nodig heeft. Zie het Advanced Functions
Manual op de website voor nadere informatie.
Videofuncties: Roept het Videofunctie submenu op waar u voor elke bron
afzonderlijk beeldcorrecties kunt invoeren. Laat dit submenu in de standaard
instellingen. Beeldcorrecties dienen eerst op het beeldscherm te worden
gemaakt en in dit menu voor fijninstelling. Zie het Advanced Functions
Manual op de website voor nadere informatie.
Surround Functies: Roept het Surround Functies submenu op waar
u voor elke bron afzonderlijk surround functies kunt programmeren voor
analoge films, muziek en spelletjes.
Digitale surround signalen zoals Dolby Digital en DTS worden automatisch
in het eigen formaat afgespeeld, hoewel u zelf een andere surround functie
kunt kiezen. Zie het Advanced Functions Manual op de website voor nadere
informatie.
Audio Formaat van Source: Deze regel geeft alleen informatie. Bij het
afspelen van een digitaal programma wordt hier het formaat aangegeven.
Wanneer analoge audioprogramma's worden afgespeeld, geeft deze regel
ANALOG aan.
audio en Video ingangskeuze
Zie Tabel A2 in de bijlage voor de standaard toewijzingen van elke bron. U
kunt elke beschikbare ingang aan elke bron toewijzen en gebruik maken van
het Info Settings menu.
Zodra een bron is gekozen controleert de AVR de toegewezen digitale audio
ingang voor een signaal. Is een signaal aanwezig dan wordt de digitale
ingang gekozen. Zo niet, dan kiest de AVR de analoge audio ingang als
gespecificeerd op de Audio Auto Polling regel van het Info Settings menu.
Wanneer u niet wilt dat de AVR een analoge ingang voor de bron kiest, laat
deze instelling dan staan op de standaard instelling Off (uit).
De AVR kiest ook de toegewezen videobron. De enige 'audio-only' (alleen
audio) bronnen op de AVR 760/AVR 660 zijn Radio, The Bridge II (video
kan beschikbaar zijn; zie pagina 35), USB, het Netwerk en Internet Radio,
waarvoor speciale in-beeld menu's zijn. Is geen videosignaal aanwezig, dan
blijft het beeldscherm zwart. U kunt een audio-apparaat koppelen aan het
videosignaal van een A/V-apparaat via het Info Settings menu. Bronnen
kunnen audio- of video-ingangen delen.
OPMERKING: The Bridge II krijgt zijn audio- en videosignalen (indien
beschikbaar) van de iPod die erin is geplaatst en kan niet worden gebruikt
met andere audio- of videobronnen.
Video Input van Bron: wijs de juiste video-ingang toe. Raadpleeg
Tabel A2, waar u de fysieke video-ingang heeft genoteerd waarop de bron is
aangesloten en kies hier die ingang.
Audio Ingang van Bron: wijs de juiste analoge of digitale audio-
ingang toe. Raadpleeg Tabel A2 waar u de fysieke audio-ingang heeft
genoteerd waarop de bron is aangesloten en kies hier die ingang. Wanneer
zowel analoge als digitale audioverbindingen zijn gemaakt, kiest u hier de
digitale ingang en kies de analoge op de Audio Auto Polling en Zone 2 regels
hieronder.
27