in geBRuiK neMen
5.
Bepaal welke bronnen u op welke video-ingang wilt
aansluiten: wijs slechts één unieke video-ingang toe aan elke bron,
uitgezonderd het gebruik van een composiet videoverbinding om een
videobron beschikbaar te maken voor het meerzone systeem. Gebruik
voor elke bron het beste type verbinding dat beschikbaar is.
•
Wanneer de beste videoverbinding in uw systeem HDMI is, kunt u
vier HDMI bronnen aansluiten en die toewijzen aan één van de vier
genummerde HDMI-ingangen.
•
Wanneer de beste videoverbinding in uw systeem Component is,
of wanneer u bronnen heeft met component video-uitgangen die
nog niet zijn toegewezen aan een van de HDMI-ingangen, kunt u
maximaal drie apparaten toewijzen aan één van de drie genummerde
Component Video Ingangen.
•
Wanneer de beste videoverbinding in uw systeem S-video is, of
wanneer u bronnen heeft met een S-video uitgang die niet is
toegewezen aan een HDMI- of Component Video-ingang, kunt u
maximaal drie apparaten toewijzen aan één van de drie genummerde
S-Video Ingang.
•
Wanneer de beste videoverbinding in uw systeem Composiet Video
is, of wanneer u bronnen heeft met een composiet video-uitgang die
niet zijn toegewezen aan enige andere video-ingang, kunt u maximaal
drie apparaten toewijzen aan één van de drie genummerde composiet
video-ingangen.
OPMERKING: wanneer de bron een videorecorder is die wordt gebruikt
voor het opnemen van andere apparaten die op de AVR zijn aangesloten,
wijs dan de recorder toe aan de Composiet of de S-Video 2 Ingang, die ook
een opname-uitgang heeft. Elke Coax of Optisch Digitale Ingang kan voor
audio worden toegewezen aan de recorder, indien deze in staat is een
digitale opname te maken. Om analoge opnamen te maken, wijst u de
Analoge Audio Ingang 3 of 4 toe aan de recorder, omdat die beide opname-
uitgangen hebben. Het is niet nodig TiVo of Video Recorders die alleen
opnemen van de directe kabel of satelliet televisiesignalen op de opname-
uitgangen van de AVR aan te sluiten.
20
6.
Beslis welke audio-ingangen op elke bron worden
aangesloten: wijs slechts één unieke digitale audio-ingang aan elke
digitale bron toe. Wijs analoge audio-ingangen aan analoge bronnen
toe, dan wel als secundaire verbinding voor digitale bronnen als reserve
vooropname of om een bron beschikbaar te maken voor meerzone
gebruik.
•
Een bron die is verbonden via een HDMI-ingang heeft geen extra
audioverbinding nodig tenzij:
De bron geen meerkanalen signaal via de HDMI-verbinding
♦
afgeeft. Maak een tweede verbinding met de 6-/8-Kanalen
Analoge Audio-ingang.
De bron een HDCP geschikte DVI-uitgang voor alleen video heeft.
♦
Wijs dan een digitale of analoge audio-ingang toe.
•
Voor een bron wiens beste audioverbinding optisch of coax digitaal
audio is, wijst u één van de vier Optisch of Coax Digitale Audio Ingang
toe. Sluit nooit beide digitale audioverbindingen voor dezelfde bron
aan.
•
U kunt één van de 2-Kanalen Analoge Audio Ingangen toewijzen aan
een digitale bron.
•
U kunt ook de 6-/8-Kanalen Analoge Audio Ingang, indien
beschikbaar, aan een digitale bron.
•
Wijs één van de zes 2-Kanalen Analoge Audio Ingangen toe aan een
analoge bron.
OPMERKING: wanneer de bron een digitale recorder is, kan deze worden
gebruikt met elke Coax of Optisch Digitale Audio Ingang en Uitgang. Zowel
coax als optisch digitale signalen zijn beschikbaar op beide digitale audio-
uitgangen. Om analoge opnamen te maken, wijst u de Analoge Audio
Ingang 3 of 4 toe aan de recorder, daar beide opname-uitgangen hebben.