Reiniging en onderhoud
Schade door indringend vocht.
De stoom van een stoomreiniger kan
terechtkomen op onderdelen die on-
der spanning staan en een kortslui-
ting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging van de
schuiflade nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen wanneer u onge-
schikte reinigingsmiddelen gebruikt.
De oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen glasbreuk tot gevolg heb-
ben.
Verwijder resten van reinigingsmid-
delen onmiddellijk.
Gebruik geen schuurmiddelen of rei-
nigingsmiddelen die krassen kunnen
maken.
38
Gevaar voor verbranding door
hete binnenruimte.
De binnenruimte van de lade is na
gebruik heet.
Laat de lade voor elke reiniging af-
koelen.
Reinig de lade en de accessoires na
elk gebruik en wrijf alles weer droog.
Ongeschikte reinigingsmidde-
len
Om beschadigingen aan de oppervlak-
ken te voorkomen mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
– soda-, ammoniak-, zuur- en chloride-
houdende reinigingsmiddelen;
– kalkoplossende reinigingsmiddelen;
– schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid-
del en reinigingssteen;
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen;
– reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal;
– reinigingsmiddelen voor keramische
kookplaten;
– reinigingsmiddelen voor vaatwassers;
– ovenreinigers of -sprays;
– glasreinigers;
– schurende harde sponzen en bor-
stels, bijvoorbeeld pannensponsjes;
– scherpe metalen schrapers.