Dräger adviseert om na de eerste ingebruikname de
vooringestelde wachtwoorden te wijzigen.
Standaardinstelling:
Functie
Bumptest
Verseluchtkalibratie
1)
Instellingsmenu
1)
Onderhoudsmenu
1) Het onderhouds- en instellingsmenu op gebruikersniveau 0 maakt
geen deel uit van de meettechnische geschiktheidstest.
Om een gebruiker aan te melden:
1. In de meetmodus
selecteren en de dialoog bevestigen.
2. Aanmelden selecteren en bevestigen.
3. Voer het viercijferige wachtwoord van het
gebruikersniveau in en bevestig daarbij elk cijfer.
Om een gebruiker af te melden:
1. In de meetmodus
selecteren en de dialoog bevestigen.
2. Afmelden selecteren en de dialoog bevestigen.
4.6
Voorbereidingen voor bedrijf
WAARSCHUWING
Gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid!
Een onjuiste kalibratie kan leiden tot foutieve meetresultaten
die ernstige schade aan de gezondheid tot gevolg kunnen
hebben.
► Voorafgaand aan veiligheidsrelevante metingen, de
kalibratie door middel van een functietest (bump test)
controleren, zo nodig kalibreren en alle alarmelementen
controleren. Indien nationale regelgevingen van kracht
zijn, moet de bumptest conform deze regelgeving worden
uitgevoerd.
► Als het apparaat permanent in de laadschaal wordt
gebruikt, moet de bumptest tevens na uiterlijk 4 weken
worden uitgevoerd, en als de locatie van het apparaat
verandert.
WAARSCHUWING
Storing van pacemakers of defibrillators
Magneten kunnen de werking van pacemakers en
geïmplanteerde defibrillators negatief beïnvloeden.
► Kalibratie- en pompadapter niet in de directe nabijheid van
pacemakers of geïmplanteerde defibrillatoren houden
(bijv. door ze aan de schouderriem te bevestigen).
► Alle betrokken personen (bijv. dragers van pacemakers)
moeten worden gewezen op de aanwezigheid van sterke
magneten in de kalibratie- en pompadapter.
Het gasmeetinstrument kan in de lader opnieuw worden
ingeschakeld en wordt dan tijdens het gebruik van stroom
voorzien.
Gebruiksaanwijzing
|
X-am
Gebruikersniveau
0
-
-
-
-
-
-
-
®
3500
1. Gasmeetinstrument inschakelen. De actuele
meetwaarden worden op het display weergegeven.
2. Let op waarschuwingen, storingen en specifieke modus.
3. Controleer of de gasinlaatopeningen en membranen
schoon, vrij toegankelijk, droog en onbeschadigd zijn.
4. Controleer of de datum en tijd correct zijn ingesteld.
4.7
Tijdens het gebruik
-
WAARSCHUWING
-
Levens- en/of explosiegevaar!
Bij de volgende alarmen kan levens- en/of explosiegevaar
-
bestaan:
-
– A2-alarm
– STEL- of TWA-alarm
– Apparaat-/kanaalfout
► De gevarenzone onmiddellijk verlaten.
WAARSCHUWING
Foutieve meetwaarden!
Alleen voor de diffusiemodus: Als water de gasinlaten van het
gasmeetinstrument blokkeert (bijv. bij onderdompeling van het
apparaat in water of door sterke regenval), kunnen foutieve
meetwaarden optreden.
► Schud het gasmeetinstrument met het display omlaag
wijzend uit om het water te verwijderen.
WAARSCHUWING
Foutieve meetwaarden!
Als het gasmeetinstrument aan sterke schokken of trillingen
wordt blootgesteld, kan de weergave afwijken.
► Bij toepassing van een CatEx- of IR-sensor in het
gasmeetinstrument moet er na een stootbelasting die tot
een van nul afwijkende weergave in verse lucht leidt, een
kalibratie van het nulpunt en de gevoeligheid worden
uitgevoerd.
► Indien voor de bevestiging van de gevoeligsheidskalibratie
van de CatEx-sensor de weergegeven meetwaarde meer
dan ± 5 % afwijkt van de kalibratiewaarde, moet de sensor
buiten bedrijf worden gesteld.
Optioneel kan met behulp van de PC-software Dräger CC-
Vision worden ingesteld dat een gedetecteerde schok
resulteert in een kanaalfout voor alle sensoren. Deze
kanaalfouten worden gewist door een kalibratie. Als de
sensor permanent beschadigd is, kan dit een kalibratiefout tot
gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Hoge waarden buiten het OEG-weergavebereik of een
blokkeringsalarm wijzen evt. op een explosieve concentratie.
Hoge gasconcentraties kunnen gepaard gaan met een O
tekort.
|
nl
Bedrijf
-
2
133