Hoofdstuk 5 - Onderhoud
Taakinterval
Om de 100 uur of jaarlijks
(wat zich het eerste voordoet)
Elke 300 uur of 3 jaar
Om de 5 jaar
Motorolie
De afvoer van olie, koelvloeistof en andere motor- en aandrijvingvloeistoffen is onderworpen aan milieuwetgeving. Pas
op dat u geen olie, koelvloeistof of andere vloeistoffen morst en achterlaat in het milieu tijdens gebruik of onderhoud van
de boot. Zorg dat u weet welke plaatselijke beperkingen gelden voor afvoer of recycling van afval en vang de vloeistoffen
op en voer ze af naar vereist.
Controleren
1.
Zet de motor af. Wacht ongeveer vijf minuten tot de olie in het carter is teruggelopen. De boot moet stil liggen in het
water.
Bladzijde 62
•
Werk de lak van de motorinstallatie bij.
•
Ververs de motorolie en vervang het filter.
•
Ververs de tandwielolie in de hekaandrijving.
•
Controleer het koelvloeistofpeil en de concentratie antivries voor toereikende vorstbescherming. Corrigeer dit zo
nodig. Zie het onderdeel Technische gegevens.
•
Haal volgens de specificaties de verbinding tussen de cardanring en de stuuras opnieuw aan.
•
Vervang het waterscheidend brandstoffilter.
•
Controleer het stuursysteem en de afstandsbediening op losse, ontbrekende of beschadigde onderdelen. Smeer
de kabels en verbindingen.
•
Controleer het massacircuit op losse en beschadigde verbindingen. Meet de uitgang van de MerCathode-eenheid,
indien aanwezig.
•
Aanbevolen onderhoud en vervangen van de (PVC) klep.
•
Reinig de vlamdover, de IAC-demper en de carterventilatieslangen.
•
Inspecteer de conditie en spanning van de riemen.
•
Modellen met aandrijfasstaartstuk: smeer de kruiskoppelingen van de aandrijfas en het in- en uitgaande
aandrijfaslager in het staartstuk.
•
Controleer of de moeren van de motorsteunen goed zijn vastgezet en haal ze zo nodig opnieuw aan.
•
Breng de bougies weer aan.
•
Inspecteer de bougiekabels en vervang ze zo nodig.
•
Controleer het elektrisch systeem op los, beschadigd en gecorrodeerd bevestigingsmateriaal.
•
Controleer of de slangklemmen van het koel- en uitlaatsysteem goed vastzitten. Inspecteer beide systemen op
schade of lekken.
•
Demonteer en inspecteer de zeewaterpomp en vervang versleten onderdelen.
•
Reinig het zeewatergedeelte van het gesloten koelsysteem. Reinig, inspecteer en test de drukdop.
•
Inspecteer de onderdelen van het uitlaatsysteem. Bij een motorinstallatie uitgerust met waterafsluiters
(klepafsluiters), dient u deze te controleren op eventueel verlies of slijtage.
•
Controleer de motoruitlijning.
•
Inspecteer de kruiskoppelingen, spiebanen en beschermbalgen en inspecteer de klemmen.
•
Smeer de kruiskoppelingspiebanen en de kruislagers, indien ze zijn uitgerust met smeernippels.
•
Inspecteer het cardanlager op eventuele stroefheid. Vervang zo nodig. Neem contact op met een erkend Mercury
MerCruiser-dealer.
•
Smeer de motorkoppeling.
•
Vervang de ontluchtingskleppen op de uitlaatkniestukken (bakboord en stuurboord).
•
Ververs de koelvloeistof/antivries. Ververs deze om de twee jaar tenzij u koelvloeistof/antivries met lange
levensduur gebruikt.
KENNISGEVING
Uit te voeren onderhoud
8M0086732
AUGUSTUS 2013
nld