4.
Zorg ervoor dat de waterinlaatslang vanaf de hekaandrijving naar de motor is aangesloten.
5.
Haal de snelkoppeling uit de onderdelenzak die met de motor is meegeleverd.
6.
Bevestig de snelkoppeling aan een waterslang.
a
b
7.
Klik de snelkoppeling vast aan de waterslang in de doorspoelaansluiting op de motor.
a
18489
8.
Open de waterbron van de waterslang zover dat er maximale toevoer plaatsvindt.
9.
Laat het water de hekaandrijving 30 seconden lang doorspoelen.
10. Plaats de afstandsbediening in de neutraalstand voor stationair toerental en start de motor.
Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade
op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
11. Laat de motor met stationair toerental in neutraal draaien. Overschrijd 1200 tpm niet.
12. Controleer tijdens het draaien van de motor de temperatuur van de motor.
13. Laat de motor 5–10 minuten draaien of totdat het uitstromende water helder is.
14. Zet de motor uit.
15. Sluit de waterbron af.
8M0086732
AUGUSTUS 2013
nld
a -
snelkoppeling (uiteinde waterslang)
b -
waterslang
18487
a -
waterslang
b -
snelkoppeling (uiteinde waterslang)
c -
doorspoelaansluiting
b
c
KENNISGEVING
Hoofdstuk 5 - Onderhoud
Bladzijde 93